Halalvlees rukt op in Nederlandse supermarkt

Nederlanders eten steeds vaker halal. Niet alleen moslims, maar ook niet-moslims kiezen bewust of ongemerkt voor vlees dat is geslacht volgens islamitische regels. Opvallende reclames op stations, een groeiend aanbod in supermarkten, en de opmars in fastfoodketens laten zien: halal is allang geen nicheproduct meer. Dit schrijft Benno De Jongh in een analyse bij Wynia's Week.
“Wat lekker halal is voor Ebru, is ook gewoon lekker voor Anneloes.” Die tekst stond groot op een poster op Utrecht Centraal. Op de afbeelding: een verpleegster zonder hoofddoek en een arts mét hoofddoek, samen aan een broodje. Een soortgelijke poster toonde twee werklui: Mo en Dylan. De boodschap is duidelijk: halalvlees is voor iedereen.
De afzender? Slagerijketen Wahid Halal. Hun producten liggen inmiddels door het hele land in de schappen. Van halal hotdogs tot kipspiesjes en spekvervangers. Volgens Wahid zijn moslims steeds nieuwsgieriger naar allerlei eettrends, net als niet-moslims. “De tijden zijn veranderd,” schrijft het bedrijf.
Halalvlees als nieuwe standaard?
Wat ooit een uitzondering was, lijkt nu steeds vaker de norm. Dat is ook niet zo vreemd. Nederland telt inmiddels meer dan één miljoen moslims. Volgens socioloog Jan Latten kan dat aantal in 2050 verdriedubbelen. Het gevolg: een sterk groeiende markt voor halalproducten.
Die ontwikkeling zie je ook terug in de horeca. Broodjeszaken en fastfoodrestaurants vermelden vaak expliciet dat hun vlees halal is. Maar soms gebeurt het subtieler. Dan staat er in kleine Arabische letters dat het om halalvlees gaat — iets wat de gemiddelde niet-moslim waarschijnlijk niet leest of begrijpt. Zo kunnen moslims gerust eten, en valt het anderen vaak niet op.
Ook supermarktketens springen in op de trend. Albert Heijn biedt online al meer dan 70 halalproducten aan, van roti tot grillworst. Wie bewust halal wil eten, heeft steeds meer keuze. Maar wie niet oplet, eet het soms zonder het te weten.
Hoe wordt halalvlees gemaakt?
Halal slachten gebeurt volgens strikte islamitische voorschriften. Het dier wordt met het hoofd richting Mekka gelegd. Met een scherp mes worden de halsslagader en luchtpijp doorgesneden. Tegelijk zegt de slachter: “Bismillah, Allahu akbar”, oftewel “In de naam van Allah, Allah is de grootste”.
In Nederland mag dat, mits in erkende slachthuizen en onder toezicht van de NVWA. In 2023 telde ons land 29 geregistreerde slachthuizen waar onverdoofd ritueel slachten plaatsvindt. Tegenstanders noemen het dieronvriendelijk. Voorstanders noemen het een religieuze plicht.
Halal: religie of businessmodel?
De Franse antropologe Florence Bergeaud-Blackler stelt in haar boek Le marché halal dat halal niet alleen religieus, maar ook economisch is. Volgens haar is de halalindustrie deels opgezet door fundamentalistische groepen die via consumptie controle willen krijgen over moslimgemeenschappen — en over markten.
Zij noemt halal een ‘uitgevonden traditie’. In de jaren ’80 aten Franse moslims gewoon vlees van de lokale slager. Alleen tijdens religieuze feesten slachtten ze zelf, vaak op de boerderij. Pas later groeide halal uit tot een commerciële en wereldwijde industrie, inclusief halalcosmetica, halalmedicijnen en islamitische financiering.
Die industrie groeit ook in Nederland. Niet alleen door de binnenlandse vraag, maar ook dankzij export. Belgische en Scandinavische landen hebben halal-slacht deels verboden. Nederlandse slachthuizen profiteren daarvan. Ze leveren ook aan Duitsland, waar de regels streng zijn, en aan landen in het Midden-Oosten.
Politiek strijdpunt
Toch ligt onverdoofd slachten al jaren onder vuur. Dierenrechtenorganisaties en sommige Kamerfracties willen een verbod. De Partij voor de Dieren heeft opnieuw een wetsvoorstel aangekondigd. In 2011 haalde een vergelijkbare wet het niet, omdat de Eerste Kamer vond dat de vrijheid van godsdienst zwaarder woog.
Het nieuwe voorstel gaat verder. Het verbiedt niet alleen onverdoofd slachten, maar ook het gebruik van CO₂ om varkens te verdoven en elektrocutie van kippen en eenden. Daarmee hoopt de PvdD breder draagvlak te vinden. Esther Ouwehand: “Het is tijd om dierenleed echt serieus te nemen.”
Verzet komt niet alleen uit islamitische hoek, maar ook van Joodse organisaties. Toch sloot de laatste koosjere slachterij in Nederland onlangs de deuren. De vraag blijft wat een verbod praktisch nog verandert.
Onverwachte politieke coalities
De steun voor een verbod loopt niet keurig langs links-rechts lijnen. De PVV zal voor stemmen, net als de PvdD. Maar hoe reageren VVD en GroenLinks-PvdA? De uitkomst is onzeker. Duidelijk is wel: het debat raakt aan diepere vragen. Wat is belangrijker — religieuze vrijheid of dierenwelzijn? En hoeveel ruimte geven we aan religieuze gebruiken in een seculiere samenleving?
Als het verbod er komt, moet Nederland halalvlees importeren. Dat vermindert mogelijk de controle op dierenwelzijn. Tegelijk zou het, in de woorden van Bergeaud-Blackler, een signaal zijn dat de overheid religieuze orthodoxie niet zomaar economische macht gunt.