Islamitische leraren doen buiten klaslokaal ondemocratische uitspraken

Islamitische godsdienstleraren die op basisscholen werken, liggen onder een vergrootglas. Zij moeten in de klas democratische waarden overdragen, maar zeggen daarbuiten soms het tegenovergestelde. Dat blijkt uit onderzoek van Nieuwsuur.
In religieuze lezingen stellen docenten dat de vrouw gehoorzaam moet zijn aan de man. Anderen bespreken lijfstraffen uit de sharia als afschrikmiddel. Een docent zegt dat een profeet homoseksualiteit omschreef als ‘iets verachtelijks en extreem ranzigs’.
De lezingen zijn vaak online terug te vinden. De betrokken docenten werken of werkten bij drie schoolbesturen. Hun rol als informeel gastdocent zorgt ervoor dat hun woorden toch impact hebben.
De rol van de leraar
De kwestie raakt aan de vraag waar de voorbeeldfunctie van leraren ophoudt. Scholen zijn verplicht democratische basiswaarden uit te dragen. Toch zeggen bestuurders dat uitspraken buiten school vallen onder vrijheid van meningsuiting.
De PO-Raad ziet dat anders. Voorzitter Freddy Weima benadrukt tegenover Nieuwsuur dat de voorbeeldfunctie niet stopt ‘binnen de muren van de school’. Hij roept besturen op om afspraken te maken over publieke uitlatingen van personeel.
Vrouwen, mannen en gehoorzaamheid
Een docent uit Noord-Nederland zegt in een lezing dat een man zijn vrouw moet aanspreken als zij zonder hoofddoek naar buiten gaat. ‘Een man moet gewoon tegen zijn vrouw kunnen zeggen: zo ga jij niet naar buiten.’ Doet hij dat niet, dan is hij volgens dezelfde docent ‘geen man te noemen’ en behoort hij ‘onder de vrouwen’.
Een andere docent stelt dat vrouwen thuis moeten bidden. ‘Zodat de vrouw zo min mogelijk naar buitengaat.’ Als zij toch naar buiten gaat, kan zij beter naar de moskee gaan in plaats van ‘hier en daar gaan rondlopen en noem maar op’.
Democratie onder vuur
Een gastdocent die lesgaf op dezelfde school noemt democratie chaotisch. ‘De gevolgen zijn chaotisch en dramatisch.’ Hij zegt dat de islam dit systeem niet ondersteunt. In een islamitisch model beslist volgens hem een ‘select groepje’ van deskundigen.
Op vragen reageert de docent dat zijn kritiek juist binnen democratische waarden past. Hij vindt dat deskundigheid te weinig wordt meegewogen bij complexe kwesties.
Lijfstraffen als voorbeeld
Sommige leraren behandelen lijfstraffen in hun lezingen. Zo zegt een docent over handamputatie bij diefstal: ‘Als hij zou weten: hij verliest een van zijn ledematen. Ga je met drie ton ledematen kopen?’ Volgens hem toont dit dat ‘de sharia van Allah uitmuntend is en alle veiligheid waarborgt’.
Een andere docent noemt het voorbeeld van een plofkraak. ‘Maar als jij weet dat het je je handen en voeten gaat kosten, dan ga je nog een paar keer nadenken.’
Religiewetenschapper Pooyan Tamimi Arab plaatst tegenover Nieuwsuur vraagtekens. Hij stelt dat een zo onkritische benadering ‘haaks op de opvatting’ staat dat lijfstraffen niet passen in een democratisch rechtssysteem.
Christendom, jodendom en feminisme
Een docent zegt dat jodendom en christendom ‘niet bestaan’ en dat mensen die niet geloven in Allah ‘ongelovigen’ zijn. Hij waarschuwt moslims om christenen niet te feliciteren met Kerst: ‘Hoezo ga jij als moslim zijnde hen feliciteren met iets wat slecht is! Jij respecteert jouw geloof niet.’
Een leraar uit Zuid-Nederland verspreidt online een afbeelding waarin feminisme als Joods project wordt neergezet. Hij schrijft erbij: ‘Weet dat het verminken van jullie kijk op de wereld een project is voor de kuffaar.’
Reacties van schoolbesturen
De schoolbesturen reageren verschillend. NOOR zegt dat privé-uitlatingen strikt gescheiden blijven van school. IEZO meldt dat een ingehuurde docent levensbeschouwing al is vertrokken. Toch verscheen hij in juni nog online bij een korancompetitie van de school.
Al Amana stelt dat handelingen of uitspraken buiten schooltijd ‘niet noodzakelijk het standpunt van onze school’ weerspiegelen.
Stichting Al-Andalous valt Nieuwsuur aan
Stichting Al-Andalous uit Veenendaal, geleid door een islamdocent, richt zich na het verschijnen van het onderzoek fel tegen Nieuwsuur. De stichting begon zonder de uitzending te bekijken een campagne op Facebook tegen de journalist achter het onderzoek. ‘Het is moeilijk om een direct bewijs te vinden dat (de Nieuwsuur-journalist) bewust anti-islam te werk gaat,’ stelt de stichting, maar volgens haar worden moslims vaak in hokjes geplaatst en in verband gebracht met extremisme.
Ook klaagt de organisatie over de timing van eerdere uitzendingen ‘steeds vlak voor nationale verkiezingen’. Feitelijk klopt dat niet: in 2019 waren er geen Kamerverkiezingen en in 2021 waren die in maart.
Hoewel de stichting toegeeft dat er ‘geen direct bewijs van anti-islam banden’ is, beweert ze toch een patroon te zien. ‘Door steeds dezelfde groep in het kwade daglicht te zetten, verdwijnt nuance en wordt verdeeldheid gevoed.’ Nieuwsuur onderzocht echter ook reformatorische scholen.
Praatmee