Onderzoek Ipsos I&O: hoe de PVV haar achterban verbreedt

De PVV van Geert Wilders blijft opvallend stabiel in de peilingen. Terwijl andere partijen schommelen, staat de partij al maanden rond de dertig zetels. Uit nieuw onderzoek van Ipsos I&O blijkt dat dit succes vooral te danken is aan de duidelijke standpunten over immigratie en asiel – thema’s die voor kiezers steeds belangrijker worden.
De PVV was in 2023 de grootste partij van Nederland en stapte als eerste uit de formatie met VVD, NSC en BBB. Toch heeft die beslissing het vertrouwen van de achterban nauwelijks geschaad. Volgens Ipsos I&O stemt twee derde van de PVV-kiezers vanwege de inhoudelijke standpunten, en niet om bestuurlijke betrouwbaarheid.
Voor 67 procent van de PVV-stemmers zijn de standpunten van de partij de belangrijkste reden om te stemmen. Daarnaast zegt 49 procent dat de PVV “opkomt voor mensen zoals ik”. Dat is aanzienlijk meer dan bij andere partijen.
Slechts 11 procent van de PVV-kiezers noemt stabiel bestuur als reden voor hun stem – bij partijen als VVD, CDA of GroenLinks-PvdA ligt dat aandeel tussen de 40 en 50 procent. Daarmee benadrukt Ipsos I&O dat de PVV-kiezer vooral waarde hecht aan vertegenwoordiging (“word ik gehoord?”) en veel minder aan bestuurlijke verantwoordelijkheid (“kan mijn partij regeren?”).
Volgens de onderzoekers trekt de uitsluiting van de PVV door andere partijen bovendien extra kiezers aan. Veel Nederlanders vinden dat alle gekozen partijen zouden moeten samenwerken, en zien uitsluiting als ondemocratisch. Tegelijkertijd verliest de partij ook een kleine groep kiezers die liever stemmen op een partij die wél kans maakt op regeringsdeelname.
De belangrijkste verklaring voor de stabiliteit is de terugkeer naar één centraal thema: immigratie en asiel. Waar de PVV zich de afgelopen jaren breder profileerde – met aandacht voor zorg, armoede, de EU en democratie – draait nu bijna alles om immigratie. Volgens Ipsos noemt 90 procent van de PVV-kiezers dit onderwerp als hoofdreden om te stemmen. In 2021 was dat nog 79 procent, in 2023 77 procent. Andere thema’s spelen nog nauwelijks een rol. Alleen veiligheid (37%) en woningmarkt (26%) worden genoemd, maar ook die worden door Wilders vaak gekoppeld aan migratie.
De onderzoekers concluderen dat de PVV daarmee inhoudelijk weer lijkt op de partij uit 2006: minder breed, maar scherper en herkenbaarder. Opvallend genoeg wordt de PVV-achterban diverser. In 2021 trok de partij vooral oudere, laagopgeleide mannen. Nu wordt ze gesteund door jong en oud, mannen en vrouwen. Slechts 19 procent van de kiezers is hoger opgeleid, maar het aandeel met een net-bovenmodaal inkomen groeit.
De PVV doet het vooral goed in het zuiden van Nederland – Limburg en Noord-Brabant blijven de belangrijkste bolwerken.
Praatmee