Orbán: ‘Brussel is geen partner meer, maar een gevaar’

De Hongaarse premier Viktor Orbán heeft tijdens de nationale feestdag van 23 oktober fel uitgehaald naar de Europese Unie. Tijdens een grote toespraak in Boedapest noemde hij Brussel „geen partner meer, maar een gevaar.” Volgens Orbán bedreigt de EU de Hongaarse vrijheid van binnenuit en probeert ze het land mee te sleuren in een oorlog die niet van Hongarije is.
De premier sprak voor duizenden aanhangers tijdens de herdenking van de Hongaarse Opstand van 1956, de volksopstand tegen de Sovjetbezetting. Orbán trok een directe lijn tussen toen en nu. „In ’56 durfde de natie weer in zichzelf te geloven,” zei hij. „Wij zetten het werk voort dat onze voorouders toen begonnen.”
Volgens hem was 1956 een keerpunt voor de wereld. „De hele wereld hoorde het kloppen van de Hongaarse ziel,” verklaarde hij. Orbán omschreef Hongarije als een volk dat geen macht zoekt, maar vrijheid: „Wij vragen maar één ding — laat ons met rust met jullie koortsdromen. Laat ons vrij leven, als Hongaren.”
‘Niet onze oorlog’
Een groot deel van zijn toespraak ging over de oorlog in Oekraïne en de rol van de Europese Unie. Orbán bekritiseerde het beleid van Brussel, dat volgens hem de Europese belastingbetaler laat opdraaien voor een conflict waar Hongarije niets mee te maken heeft. „Dit is niet onze oorlog, maar het verwoest ons leven,” zei hij.
Hij beweerde dat de EU al 185 miljard euro heeft uitgegeven aan de oorlog en nog meer wil ophalen bij Europese burgers. „Ze willen dat wij herstelbetalingen doen,” waarschuwde Orbán. „Dat is de logica van oude koloniale machten.”
Volgens de premier probeert Brussel Hongarije via economische druk en politieke dwang de oorlog in te trekken. „De EU heeft haar eigen oorlogcoalitie gevormd en stuurt wapens en geld naar Oekraïne,” zei hij. „Christelijke moraal en gezond verstand eisen vrede. Wij zijn bereid die te bewerkstelligen.”
Tegen unie met Oekraïne
Orbán wees het idee van een nauwere EU-integratie met Oekraïne af. „Wij willen geen unie met hen. Partnerschap, ja. Alliantie, nee,” verklaarde hij. Een volledige toetreding van Oekraïne zou volgens hem de Hongaarse economie schaden.
Hongarije, zei Orbán, staat alleen in zijn vredesstandpunt. „Vandaag is alleen Hongarije voor vrede. Brussel heeft Boedapest nog niet bezet.” Hij herhaalde dat zijn land buiten het conflict zal blijven: „We hebben anderhalf miljoen mensen verloren in twee wereldoorlogen. Dat mag nooit meer gebeuren. We blijven buiten deze oorlog.”
‘Wij willen de EU – maar niet Brussel’
Orbán sloot zijn rede af met een boodschap aan Europa. Volgens hem heeft de EU zich van een bondgenoot van vrijheid ontwikkeld tot een macht die landen onderdrukt. „Uit de vrijheid van naties heeft Brussel onderdrukking geschapen,” zei hij.
Toch wil hij geen afscheid nemen van Europa zelf. „Wij willen de Europese Unie – maar niet Brussel,” benadrukte hij. „Volgend jaar zal Hongarije laten zien dat er een natie bestaat die niet terugdeinst in de storm van de geschiedenis. Wij willen vrijheid en vrede.”
























































