Het onfatsoenlijke gedrag van linkse deugers kent geen grenzen
Er is een nieuw type mens ontstaan in Nederland. Een soort morele elite die zichzelf ziet als het baken van beschaving, redelijkheid en empathie. Zolang je het maar met ze eens bent. Ze noemen zichzelf progressief, tolerant en sociaal. Ze zijn inclusief, divers en hebben het patent op het fatsoen. Maar wie het waagt om een andere mening te hebben, wordt snoeihard neergesabeld. Andersdenkenden mogen de meest walgelijke verwensingen krijgen, uitgekafferd worden voor fascist en geweld tegen hen kan op begrip rekenen. De deugdzaamheid kent geen grenzen, maar het fatsoen is al lang zoek.
De column van Marcel van Roosmalen in NRC over ‘Afvallerseiland’ was weer eens zo’n ongeremde lawine van deugdiarree die zogenaamd niet polariseert. Een vileine, cynische beschouwing waarin hij iedereen die niet in zijn wereldbeeld past afserveert als sneu, dom of rancuneus. Van Roosmalen is het toonbeeld van de linkse deuger die zich verheven voelt boven het gewone volk. Hij doet alsof hij de maatschappij fileert, maar in werkelijkheid spuugt hij op alles wat niet in de Randstedelijke bubbel past. Zijn pen is scherp, maar zijn blik vernauwd. Alle populistische aantijgingen komen langs. Huisjesmelker in plaats van vastgoedbelegger, de Els-rechts demonstratie op het Malieveld, de dorpsgek die per ongeluk door de ballotage van de VVD kwam, en de opgeblazen, ‘uitgerangeerde’ ego’s van mensen op de BVNL-kieslijst, waarvan Van Roosmalen overigens helemaal niet weet wat hun staat van dienst is. V


















































