2000 stemmen verschil tussen macht en machteloosheid

Waar gisteren de race gewonnen leek door D66, blijkt het nu toch spannender dan gedacht. Volgens de prognose van het ANP staan zowel D66 als de PVV op 26 zetels. Wat het uiteindelijk wordt - en of een van de twee partijen nog een restzetel weet te pakken - zullen we pas weten na de controle door de Kiesraad. Maar op het moment dat ik deze column schrijf, komt het neer op zo’n 2000 stemmen verschil.
2000 stemmen verschil tussen wél of géén stikstofbeleid die elke vorm van bouwonmogelijk maakt.
2000 stemmen verschil tussen nog vijftien jaar wachten op kernenergie, zoals de minister onlangs liet weten, of gewoon beginnen - zoals landen doen die wél vooruit willen.
2000 stemmen verschil tussen Europese CO2 belastingen die niet naar klimaat maar het afbetalen van de coronaschulden zullen wegvloeien of betaalbare energie.
2000 stemmen verschil tussen als land financiële zelfstandigheid behouden of onszelf in economisch gevaar brengen door gezamenlijke Europese schulden aan te gaan (de zogeheten Eurobonds).
2000 stemmen verschil tussen Brussel dat nóg meer bestuurlijke macht naar zich toetrekt - onder het mom van efficiëntie - of een Nederland dat zegt: we kunnen het zelf nog wel, bedankt.
2000 stemmen verschil tussen jongeren die uit huis kunnen of statushouders die met voorrang een woning krijgen.
2000 stemmen verschil tussen wél of géén spreidingswet en massa-immigratie, waardoor er binnen een paar decennia meer mensen met een migratieachtergrond wonen dan Nederlanders die hier al generaties zijn.
Maar ja. 2000 stemmen. Wat maakt het eigenlijk uit.
Zelfs al had de PVV een paar zetels extra gehaald, zou de koers hetzelfde blijven. We hebben hier gelukkig meer dan twee partijen, maar dat maakt het alleen maar diffuser. De formatie zou vastlopen, de compromissen zouden alles verdunnen, en Nederland zou blijven hangen in bestuurlijke impasse.
Stemmen op Jetten omdat hij vriendelijk lacht, of op Wilders omdat hij eindelijk zegt wat anderen niet durven - maar vraag honderd kiezers wat ze werkelijk willen, en je krijgt honderd verschillende antwoorden. Er is geen mandaat meer. Alleen indrukken, emoties en losse flarden.
Verkiezingen zijn verworden tot een ritueel van herkenning, niet van richting. We stemmen op persoonlijkheden, niet op plannen. En ondertussen wordt de koers van het land bepaald door wie níet gekozen zijn: Brusselse commissarissen, rechters, lobbyisten en adviesraden - allemaal met hun eigen belangen.
De vraag is dus niet wie gewonnen heeft, maar wie er nog gelooft dat winnen iets betekent.
Het mandaat van het volk is gereduceerd tot decor, terwijl Brussel, banken en beleidstafels hun gang gaan.
2000 stemmen verschil? Het leven wordt toch wel duurder, de EU machtiger en inspraak kunnen we vergeten. Gelukkig hebben we binnen twee jaar vast weer verkiezingen. Dan mogen we opnieuw stemmen op partijen die zeggen dat het anders moet of kan - waarna precies hetzelfde gebeurt.




















































