Onze landbouw wankelt door linkse subsidieterreur

Onze landbouw ziet al jarenlang hoe de poten onder de stoel worden weggezaagd door hijgerige, onwetende activisten die zich vermommen als ambtenaren, beleidsmakers en “experts”. Activisten die zich hebben vastgeklikt in adviesraden, departementen en onderzoeksclubs, bepalen – veilig vanachter hun Haagse bureau – hoe een boer zijn werk moet doen. Ze sturen het land aan vanuit modellen die nog nooit een hectare hebben gezien. Ondertussen wordt de boer behandeld als lastig obstakel in plaats van als ruggengraat van onze voedselvoorziening.
In het landbouwbeleid speelt een bepaald type activist een hoofdrol: de onvermoeibare, bijna dwangmatige milieuprocedeerder die voor een cijfer achter de komma de hele landbouwsector wil opofferen. Mensen voor wie een marginale verbetering in een Excel-grafiek meer waard lijkt dan een gezond boerenbedrijf, een leefbaar platteland of een fatsoenlijke voedselketen. Ze duiken op bij Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, universiteiten, ministeries en natuurpanels; overal waar invloed te halen valt, steekt dezelfde strijdlust de kop op. Hun missie is geen natuurbeheer, maar natuurbeheersing – liefst tot in de komma’s van de komma’s.






















































