Kritiek op adviesrapport geitenhouderijen: conclusies gebaseerd op één onderzoek

Het nieuwe advies van de Gezondheidsraad over gezondheidsrisico’s rond geitenhouderijen roept kritiek op. Volgens onderzoeker dr. Marc Jacobs bevat het rapport belangrijke haken en ogen, schrijft hij in een uitgebreide analyse op Stichting Agri Facts. Jacobs stelt dat de Raad één enkel onderzoek uit 2023 centraal zet en daarmee de rest van het omvangrijke VGO-dossier vrijwel negeert. “Waarom de Gezondheidsraad hiervoor kiest, wordt nagenoeg niet onderbouwd.”
Het rapport, verschenen op maandag, gaat in op het risico op longontsteking bij omwonenden van geitenhouderijen. De Raad concludeert dat dat risico verhoogd is binnen 500 meter en zelfs tot op 1 kilometer afstand. Die cijfers zijn deze week breed in de media verschenen, maar ze blijken niet afkomstig uit nieuw onderzoek. Ze komen uit één eerdere studie: Lotterman et al. (2023).
Selectieve keuze voor één studie
Het volledige VGO-onderzoek naar veehouderijen loopt al meer dan tien jaar en bestaat uit dertien publicaties uit vijf provincies. In dat dossier lopen de resultaten sterk uiteen. Jacobs onderzocht het geheel zelf en stelde vast dat een verhoogd risico op longontsteking alleen consequent zichtbaar is binnen 500 meter afstand, en dan nog bij een klein deel van de onderzochte bevolking.
Volgens hem is het onduidelijk waarom de Gezondheidsraad juist de studie van Lotterman naar voren schuift. “Het onderzoek is onderdeel van VGO-III, maar blijft nog steeds één publicatie in een veld vol onzekerheid,” zegt hij. Andere studies, waarin de effecten deels ontbreken of minder sterk zijn, worden niet meegewogen.
Jacobs wijst op meerdere methodologische problemen in het VGO-dossier. Zo verschillen de resultaten per studie, per regio en per analysemethode. Vaak wordt alleen gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht; andere gezondheidsfactoren vallen buiten beeld. In sommige studies worden meer dan honderd statistische vergelijkingen gedaan zonder stevige controle op vals-positieve uitkomsten. Tot slot toont bij 1 kilometer afstand het 95-procent-betrouwbaarheidsinterval zelfs een grenswaarde die niet significant is. Het maakt de uitkomsten volgens hem veel minder zeker dan de Gezondheidsraad suggereert.
Een opvallend kritiekpunt van Jacobs is dat de onderzoeken alleen kijken naar omwonenden. Geitenhouders en hun werknemers — de groep die dagelijks wordt blootgesteld — worden niet meegenomen. Dat zorgt volgens hem voor een incompleet beeld. “Hun aanwezigheid zou juist als een soort ‘interventie’ moeten worden gezien, net zoals roken dat is in andere onderzoeken,” stelt hij. Een volledige dose-response-analyse is daardoor onmogelijk.
‘Onverklaarbare selectiviteit’
Jacobs noemt het problematisch dat de Gezondheidsraad nu één studie gebruikt als basis voor mogelijke beleidsmaatregelen. Zeker omdat het totale dossier volgens hem veel onzekerheid kent en geen eenduidig beeld geeft.
Het ministerie van Landbouw en Volksgezondheid vroeg de Gezondheidsraad om dit advies. De komende maanden volgen verdere discussies over de mogelijke gevolgen voor beleid rond geitenhouderijen.



















































