Europol wil versleutelde berichten van verdachten kunnen openbreken

Europol wil meer mogelijkheden om versleutelde communicatie te doorbreken. Het Europese politiebureau pleit ervoor om end-to-end encryptie van verdachten toegankelijk te maken, mits een rechter daar toestemming voor geeft. Dat standpunt werd recent toegelicht tijdens overleg met Europese parlementariërs. Het voorstel raakt aan een al langer lopend debat over privacy, opsporing en digitale veiligheid.
De oproep kwam van Jurgen Ebner, plaatsvervangend uitvoerend directeur van Europol. Hij sprak tijdens een bijeenkomst van de Joint Parliamentary Scrutiny Group, kortweg JPSG. Deze groep bestaat uit leden van nationale parlementen en het Europees Parlement en houdt toezicht op Europol.
Criminelen stappen over op gewone apps
Volgens Ebner verandert het communicatielandschap van criminelen snel. Waar zij eerder gebruikmaakten van afgeschermde diensten als EncroChat en Sky ECC, zouden zij nu massaal overstappen op reguliere berichtenapps. Die platforms zijn gratis, wijdverbreid en voorzien van sterke end-to-end encryptie.
Dat maakt opsporing volgens Europol lastiger. De communicatie valt minder op en is moeilijker te onderscheppen. “Steeds meer platforms maken gebruik van end-to-end encryptie,” stelde Ebner tijdens het overleg. Daardoor zouden politie en justitie minder zicht hebben op criminele netwerken.
Doorbreken na rechterlijk bevel
Europol wil daarom dat opsporingsdiensten, na goedkeuring door een rechter, toegang kunnen krijgen tot versleutelde berichten van verdachten. Het gaat volgens Ebner nadrukkelijk om gerichte toegang, niet om massale monitoring.
Hij uitte ook twijfel over claims van technologiebedrijven. Die stellen vaak dat het technisch onmogelijk is om derden toegang te geven tot end-to-end versleutelde communicatie. Ebner betwijfelt dat. Volgens hem zou een systeem mogelijk zijn waarbij naast zender en ontvanger ook het techbedrijf zelf over een sleutel beschikt. Die sleutel zou dan, na een gerechtelijk bevel, aan de autoriteiten kunnen worden overgedragen.
Deze uitspraken zijn opgenomen in een officieel verslag van het overleg. Dat document is gedeeld met de Tweede Kamer.
Europese Commissie werkt aan routekaart
Bij dezelfde bijeenkomst was ook Olivier Onidi aanwezig. Hij is namens de Europese Commissie betrokken bij het dossier. Onidi bevestigde dat Brussel werkt aan een zogenoemde “Technology Roadmap on encryption”.
In die routekaart wil de Commissie mogelijke oplossingen beschrijven voor “rechtmatige toegang tot versleutelde data”. De publicatie staat gepland voor volgend jaar. Eerder kondigde Brussel al aan dat het zoekt naar manieren om opsporingsdiensten meer mogelijkheden te geven, zonder encryptie volledig af te schaffen.
Kritiek van experts en burgerrechtenorganisaties
De plannen stuiten al jaren op stevige kritiek van deskundigen en burgerrechtenbewegingen. Zij verwerpen het idee dat encryptie opsporing onmogelijk maakt. Die gedachte staat bekend als ‘going dark’.
Beveiligingsexpert Bruce Schneier noemde dat narratief eerder “propaganda”. Volgens hem komt het niet overeen met de werkelijkheid. “Zoals we keer op keer zien is encryptie geen belemmering voor politie,” zei hij daarover. Schneier wees er al in 2012 op dat klassieke telefoontaps weliswaar moeilijker zijn geworden, maar dat andere vormen van toezicht juist eenvoudiger zijn.
Ook burgerrechtenorganisatie EDRi waarschuwt al langer. Vorig jaar stelde de organisatie dat opsporingsdiensten leven in “een gouden eeuw van surveillance”. Volgens EDRi hebben autoriteiten toegang tot meer data van Europese burgers dan ooit tevoren.



















































