Kolonisten op de Westoever: Bijbels recht of bezetting?
Annabel Nanninga is op rondreis in Israël en deelt in een serie columns op NieuwRechts haar ervaringen. In dit tweede deel vertelt ze over een ontmoeting die ze had met kolonisten op de Westelijke Jordaanoever. Zij vormen een van de meest hete hangijzers in het conflict in Israël. Lees hieronder de ervaringen van Annabel!
In de huiskamer van Amichai en Josepha Braverman gebeurt veel tegelijk. Ons reisgezelschap, zo’n 25 man/vrouw/pronoun sterk, zit op eetkamer- en tuinstoelen langs de wanden. Daartussen slentert een brave, zandkleurige hond die het beste van de drukte maakt: hij regelt dat zijn oortjes gekroeld worden door wie dat maar wil en steekt zodra hij de kans ziet zijn neus in een van de schalen zelfgebakken koekjes om er eentje te jatten. Die schalen staan op kleine tafeltjes tussen de vele stoelen in, naast watermeloen, allerlei frisdranken en zoutjes. Twee peuters rennen rondjes, schattige meisjes met lange krullen, dacht ik, tot onze gastheer uitlegt dat zijn kleinzoon volgens Joodse traditie pas met drie jaar voor het eerst naar de kapper gaat. Het doet me denken aan randstadjochies die ook allemaal met lang haar door het leven gaan want hip en/of genderneutraal. Maar Amichai en Josepha zijn kolonisten op de West Bank, en dat is een heel andere gedachtenbubble, leren we in de komende uren. Enfin, een jongetje en een meisje dus, nieuwsgierig en speels.