Moet het kabinet een Palestijnse staat erkennen? Dit zegt een Israël-expert
In een recent uitgebracht adviesrapport adviseert de Adviesraad Internationale Vraagstukken het kabinet om zo spoedig mogelijk de Palestijnse staat te erkennen. Maar is dit wel zo'n goed idee? Israël-expert Raouf Leeraar vindt van niet, vertelt hij in een nieuw interview.
Het was deze week een opvallend nieuwtje: het nieuwe kabinet krijgt het advies om zo snel mogelijk een Palestijnse staat te erkennen? Dit rapport, dat gericht is aan minister van Buitenlandse Zaken Kasper Veldkamp, heeft als doel bij te dragen aan het beëindigen van het aanhoudende geweld en het menselijk lijden in het Israëlisch-Palestijnse conflict. Het rapport benadrukt dat er externe druk nodig is om tot een oplossing te komen.
Een eenzijdig perspectief?
Raouf Leeraar van de Israël Allies Foundation heeft felle kritiek op het rapport. Volgens hem is het document doorspekt met fouten en suggestieve feiten, waarbij Israël “voor het grootste deel in het beklaagdenbankje wordt gezet”. Dit vertelt in een interview het programma Uitgelicht! van Family 7.
Leeraar is van mening dat de strijdende partijen zelf tot overeenstemming moeten komen, en dat het opleggen van externe druk een voorbeeld is van “westerse naïviteit”. Hij betoogt dat een twee-statenoplossing al 90 jaar wordt geprobeerd en dat deze benadering inmiddels achterhaald is. “Als iets 90 jaar niet lukt, dan zou ik in elk geval adviseren om niet 90 jaar nog tegen dezelfde muur te blijven lopen,” aldus Leeraar.
Daarnaast wijst hij erop dat het rapport geen duidelijke kaders schetst over wat de grenzen van een mogelijke Palestijnse staat zouden zijn, of wie het leiderschap van zo’n staat op zich zou nemen. Volgens Leeraar negeert het advies ook de gevolgen van eerdere stappen, zoals de unilaterale terugtrekking van Israël uit de Gazastrook in 2005. Hij verwijst naar het recente geweld op 7 oktober als voorbeeld van de gevaren die een Palestijnse staat volgens hem met zich mee zou brengen.
Relatief veel aandacht voor het conflict
Een ander punt van kritiek dat Leeraar aanhaalt, is de “disproportionele aandacht” die het Israëlisch-Palestijnse conflict krijgt, vergeleken met andere conflicten in de wereld waar meer slachtoffers vallen en gruwelijkere misdaden worden gepleegd. Hij vermoedt dat het gevoel bij de adviesraad dat ze “iets moeten doen” voortkomt uit deze disproportionele focus. Hoewel hij erkent dat de intentie om bij te dragen aan vrede goed is, benadrukt hij dat onvolledige kennis en een eenzijdige benadering juist meer problemen kunnen veroorzaken.
Of het kabinet het advies van de adviesraad zal opvolgen, is volgens Leeraar onwaarschijnlijk. Minister Kasper Veldkamp, die zes jaar lang Nederlandse ambassadeur in Israël is geweest, zou volgens hem moeten begrijpen dat dit niet het juiste moment is voor zo’n ingrijpende beslissing. Bovendien wijst Leeraar erop dat de huidige politieke partijen in het kabinet niet voorstander zijn van een twee-statenoplossing, wat de kans nog kleiner maakt dat het advies wordt overgenomen.