De rol van de Europese Unie in mondiale cybergovernance
De internationale wereldorde bevindt zich in een periode van grote transformatie. Er zijn steeds meer confrontaties en conflicten tussen verschillende machten, die leiden tot verstoringen in bestaande internationale regimes en structuren. Dit alles maakt duidelijk dat de wereldorde in een fase van entropie verkeert, waarin voorspelbaarheid en stabiliteit plaatsmaken voor onzekerheid, chaos en onregelmatigheid in het internationale politieke systeem. In plaats van de traditionele militaire opbouw, omvat de mondiale dynamiek nu ook nieuwe vormen van macht, zoals cybermacht. De opkomst van cybermacht vereist een passende ‘governance’, een machtsdomein waarin zowel China als de Verenigde Staten strijden om hegemonie. De Verenigde Naties fungeert hierbij als een strategisch strijdtoneel. Te midden van deze strijd rijst een cruciale vraag: Hoe stelt de Europese Unie zich op in dit cyber-krachtenveld?
De strijd om ‘cybergovernance’
Sinds 2013, mede ingegeven door de onthullingen van Edward Snowden, heeft cybersecurity een prominente plaats verworven op de internationale beleidsagenda. China heeft sindsdien een reeks strategische initiatieven gelanceerd, waaronder de oprichting van een cybersecuritywerkgroep onder leiding van president Xi Jinping en de organisatie van prestigieuze evenementen zoals de World Internet Conference. Deze stappen onderstrepen de ambitie van China om een leidende rol in cyberspace te vervullen en passen naadloos in de bredere strategie van de Chinese Communistische Partij (CCP) om de internationale orde te herdefiniëren met China als centrum. Om deze visie te verwezenlijken, heeft China immense investeringen in technologische innovatie gestimuleerd. Het ultieme doel is om tegen 2049 de invloedrijkste cybernatie ter wereld te zijn. Daarbij volgt China een gedurfde route: tegen 2030 wil het wereldleider zijn in kunstmatige intelligentie (AI), met een kernindustrie die een waarde van $150 miljard vertegenwoordigt. Om dit te bereiken doet China pogingen om de wereldwijde cybergovernance te beïnvloeden, met een sleutelrol voor de Verenigde Naties. Dit blijkt uit China’s witboek uit 2010, waarin wordt benadrukt dat “de VN volledige zeggenschap moet verkrijgen over het internationale internetbeheer.” In lijn met deze ambitie integreert China zijn digitale strategie in bredere initiatieven zoals het Belt and Road Initiative (BRI) en de Digital Silk Road (DSR). Samen met bondgenoten zoals Rusland heeft China binnen de VN gepleit voor een multilaterale benadering van cybergovernance, waarin soevereine staten een leidende rol spelen, ten koste van de invloed van particuliere bedrijven. Dit standpunt vindt zijn kern in het concept van ‘cybersoevereiniteit’, dat stelt dat staten het exclusieve recht hebben om de regels voor cyberspace binnen hun eigen jurisdictie vast te stellen. Deze visie staat in scherp contrast met het Westerse model, waarin technologische giganten zoals Microsoft en Google een dominante rol spelen. China’s nadruk op staatssoevereiniteit wordt gepositioneerd als een cruciale strategie om de Amerikaanse hegemonie in cyberspace te doorbreken en een nieuw evenwicht in de mondiale machtsverhoudingen te creëren.