Duitse Bondsdag grijpt in: regenboogvlaggen moeten weg uit kantoren parlementariërs

In het Duitse parlement is ophef ontstaan over de zichtbaarheid van regenboogvlaggen. Het bestuur van de Bondsdag heeft besloten dat parlementariërs geen vlaggen meer mogen tonen in hun kantoren, waaronder de veelgeziene regenboogvlag. Aanleiding is de beslissing van parlementsvoorzitter Julia Klöckner (CDU) om dit jaar géén regenboogvlag te hijsen tijdens Christopher Street Day (CSD), de Duitse Pride-dag op 26 juli.
Het hijsen van vlaggen op het gebouw van de Bondsdag is al langer verboden volgens de interne regels. Daarin staat dat er geen enkele vlag — Duits, Europees of thematisch — uit ramen mag worden gehangen. Toch kozen meerdere parlementariërs ervoor om uit protest wél vlaggen zichtbaar op te hangen, waaronder regenboog- en transvlaggen.
Het parlementsbestuur grijpt nu in en eist verwijdering. Volgens een woordvoerder is het verbod niet gericht tegen de lhbti-gemeenschap. “De regels zijn algemeen. Er is geen onderscheid tussen soorten vlaggen,” aldus de verklaring.
De discussie kwam op gang toen Klöckner, die sinds kort parlementsvoorzitter is, aankondigde dat er dit jaar geen regenboogvlag wordt gehesen op 26 juli. In voorgaande jaren gebeurde dat nog wel. De CDU-politica besloot de vlag wél te laten wapperen op 17 mei, de internationale dag tegen homo- en transfobie.
Critici binnen en buiten het parlement menen dat de Bondsdag daarmee terughoudender is geworden in haar symbolische steun aan de lhbti-gemeenschap. Voorstanders van het besluit wijzen juist op het belang van neutraliteit en consistentie. “Het parlement is geen circustent waar iedereen maar zijn vlag kan hijsen,” stelde bondskanselier Friedrich Merz, eveneens van de CDU, eerder deze week