ECB kiest globalistische reuzen voor ontwerp digitale euro

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft een lijst gepresenteerd met bijna 70 bedrijven en instellingen die gaan meewerken aan het ontwerp van de digitale euro. Onder hen zitten opvallende namen, zeker vanuit een rechts-conservatief perspectief. Grote consultancybedrijven, multinationals en academische instellingen bepalen straks mee hoe Europeanen in de toekomst gaan betalen.
Accenture en KPMG springen meteen in het oog. Beide bedrijven behoren tot de machtigste spelers in de mondiale advieswereld. Accenture is betrokken bij digitaliseringstrajecten van overheden wereldwijd, vaak met een nadruk op ESG-beleid en duurzaamheid. KPMG, onderdeel van de ‘Big Four’ accountancykantoren, is een vaste gesprekspartner van overheden en multinationals als het gaat om belastingontduiking, governance en duurzaamheid. Hun aanwezigheid in het digitale euro-project roept bij critici de vraag op: hoe onafhankelijk blijft de ECB als zulke reuzen aan tafel zitten?
Het Indiase Tata Consultancy Services (TCS) is een van de grootste IT-consultants ter wereld. Het moederbedrijf Tata is actief in bijna elke sector, van staal en auto’s tot telecom en software. Voorstanders zien in TCS een symbool van innovatie; critici wijzen op globalisering, outsourcing en een verlies van Europese autonomie. De deelname van TCS aan het digitale euro-project kan gezien worden als een teken dat de ECB openstaat voor mondiale spelers, ook buiten Europa.
Technologie en surveillance
Het Duitse Fraunhofer-Institut is een prestigieus onderzoeksinstituut met een focus op technologie, data-analyse en veiligheid. Het instituut is regelmatig betrokken bij projecten rond surveillance, biometrie en monitoring – onderwerpen die gevoelig liggen in de discussie over privacy en burgerrechten. Dat juist Fraunhofer meedenkt over de digitale euro, die door sommigen wordt gevreesd als instrument voor staatscontrole, versterkt die zorgen.
Onder de partners bevinden zich ook invloedrijke academische instellingen, zoals SDA Bocconi en het Politecnico di Milano. Beide universiteiten zijn zwaargewichten binnen het Europese beleids- en economiedenken. Ze fungeren vaak als klankbord voor de EU en dragen bij aan de vormgeving van technocratische hervormingen. Hun deelname bevestigt het beeld dat het digitale euro-project niet alleen technologisch, maar ook ideologisch gestuurd wordt.
COTI en Soda Labs: privacy als proefballon
Tussen de bekende namen vallen COTI en Soda Labs op. COTI, een Israëlisch bedrijf, werkt aan privacyvriendelijke technologie via zogeheten “garbled circuits”, die veilige betalingen mogelijk maken zonder dat persoonlijke gegevens worden blootgelegd. Soda Labs levert diezelfde technologie. Het is opvallend dat de ECB überhaupt bereid is dit soort privacyoplossingen te testen, omdat centrale banken meestal transparantie en toezicht als prioriteit zien. Voor critici biedt dit enige hoop dat privacy toch op de agenda staat, al blijft de vraag hoeveel hiervan daadwerkelijk overblijft in de uiteindelijke uitrol.
Uit Spanje komen Iberpay en Redsys, belangrijke nationale spelers in het betaalsysteem. Hun aanwezigheid wijst erop dat de ECB niet volledig centraliseert en ook rekening houdt met bestaande infrastructuur. Dit kan gezien worden als een poging om nationale belangen mee te nemen, al vrezen critici dat hun invloed klein zal zijn naast de technologische en consultancyreuzen.
Globalistisch oogmerk?
Rechts-conservatieve critici zullen de lijst vooral zien als bevestiging van hun zorgen. De samenwerking met multinationals en technocratische instituten voedt de angst voor een globalistische oogmerk waarin nationale soevereiniteit en individuele vrijheid onder druk komen te staan. Ook roept het vragen op over privacy, autonomie en de rol van burgers in het toekomstige betaalsysteem.
De digitale euro is bedoeld als digitale aanvulling op contant geld en moet in theorie burgers meer keuzemogelijkheden geven. Maar de vraag blijft wie uiteindelijk de regels bepaalt: de Europese burger, of de technocraten en consultants aan de onderhandelingstafel?