Deportatie voor Irakees die bejaarde vrouw verkrachtte in thuiszorg

Een 33-jarige Irakees die werkte in de Zweedse thuiszorg is maandag veroordeeld tot 5,5 jaar cel. Hij verkrachtte een oudere vrouw onder de douche en misbruikte twee andere vrouwen. De man wordt na zijn straf gedeporteerd en mag Zweden nooit meer in, meldt de Zweedse krant Samnytt.
Op 21 februari 2025 zit een oudere vrouw in haar woning in Umeå te wachten op hulp bij het douchen. Ze draagt enkel een badjas en zit klaar op een douchestoel. Zoals gebruikelijk komt er iemand van het thuiszorgteam langs.
Maar dit keer is het een medewerker die haar niet eerder geholpen heeft. En deze man komt niet om te helpen. De 33-jarige Irakees begint haar borsten aan te raken, haalt vervolgens zijn geslachtsdeel tevoorschijn en probeert haar benen te spreiden.
Volgens het slachtoffer ging hij vervolgens “in haar vagina en groef een beetje heen en weer. Niets meer. Maar dat was wat hij deed.” Ze vertelt in het politieverhoor: “Ik heb er de hele tijd tegen gevochten.” Ze schreeuwt “stop” en waarschuwt dat ze hem zal aangeven. Pas dan houdt hij op.
Stilte doorbroken na bekentenis aan zoon
Na de aanval vertrouwt de vrouw het incident toe aan haar zoon. Die schakelt direct de politie in en waarschuwt ook de thuiszorgorganisatie. De dader blijkt sinds 2022 in de thuiszorg te werken. De vrouw twijfelt of hij wel Zweeds spreekt: “Daar ben ik erg onzeker over,” zegt ze.
Wanneer de man door zijn werkgever wordt aangesproken, ontkent hij alles. “Ik heb het niet gedaan!” roept hij. Toch mag hij blijven werken – met fatale gevolgen. Hij misbruikt later nog twee andere vrouwen.
Veroordeeld voor verkrachting en mishandeling
De rechtbank in Umeå acht hem schuldig aan zware verkrachting, zware aanranding en aanranding. Hij krijgt een celstraf van vijf jaar en zes maanden. Daarnaast moet hij een schadevergoeding van omgerekend zo'n 40.000 betalen aan zijn slachtoffers.
Na het uitzitten van zijn straf wordt de man gedeporteerd en krijgt hij een levenslang inreisverbod voor Zweden.
Tijdens de verhoren weigert de Irakees veel vragen te beantwoorden. Hij ontkent de feiten en geeft geen enkele blijk van spijt. Op de vraag of hij probeerde de benen van het slachtoffer te spreiden, zegt hij slechts: “Geen commentaar. Dan vraag ik me af wat mijn reden is? In dat geval zou ze me gezegd hebben dat ik moest stoppen. Waarom zweeg ze?”