Plasterk zegt PvdA-lidmaatschap: ‘Mijn partij is niet meer de mijne’

Oud-minister Ronald Plasterk heeft per direct zijn lidmaatschap van de PvdA opgezegd. Aanleiding is de door GroenLinks-PvdA-Kamerlid Kati Piri ingediende motie waarin het kabinet werd opgeroepen een volledig wapenembargo tegen Israël in te stellen. Voor Plasterk was dit de druppel.
In een opiniestuk in De Telegraaf schrijft Plasterk dat hij zich niet langer herkent in zijn partij. De motie van Piri, die ook door een ruime meerderheid van de leden op het partijcongres werd gesteund, wil dat Nederland geen onderdelen meer levert aan het Israëlische verdedigingssysteem Iron Dome. Plasterk noemt dat onverantwoord.
Volgens Plasterk betekent het voorstel feitelijk dat Israël zijn verdediging tegen raketaanvallen uit handen wordt geslagen. Hij schrijft: “Wie er ook maar in Israël woont, mag allemaal naar de Filistijnen gebombardeerd worden.” Hij hekelt daarmee de koers van de partij, die volgens hem blind is geworden voor de veiligheidsdreiging waarmee Israël te maken heeft.
Niet alleen Plasterk keert zijn oude partij de rug toe. Ook oud-PvdA-voorzitter Gerdi Verbeet en voormalig Tweede Kamerlid Lutz Jacobi zegden hun lidmaatschap op vanwege dezelfde motie. De breuk binnen de partij lijkt daarmee groter dan gedacht.
Kamerlid Kati Piri verdedigt haar motie met het argument dat Nederland geen medeplichtige wil zijn aan wat zij “de aanvallen van Israël” noemt. Volgens haar voelt Israël zich onaantastbaar dankzij het Iron Dome-systeem. Ze benadrukte dat de Nederlandse bijdrage aan dat systeem “niet substantieel” is, maar wel principieel.
De partijtop schaarde zich achter Piri. Daarmee lijkt de linkse partij een duidelijke koers te kiezen in het Israëlisch-Palestijns conflict, een koers die niet langer op steun van prominente oud-leden kan rekenen.
Kloof op meerdere dossiers
Plasterk erkent dat zijn breuk met de PvdA niet alleen te maken heeft met het Israël-standpunt. In zijn stuk noemt hij ook zijn steun voor kernenergie, zijn kritiek op immigratiebeleid en zijn verzet tegen machtsoverdracht aan de EU als thema’s waarop hij steeds verder van de PvdA af kwam te staan.
Toch bleef hij tot nu toe lid. Zelfs nadat hij informateur was van het huidige formatieproces rond een rechts kabinet met de PVV, en genoemd werd als mogelijke premier, hield hij vast aan zijn lidmaatschap. De samenwerking tussen PvdA en GroenLinks was voor hem al eerder een pijnpunt, net als voor veel andere partijleden die zich zorgen maken over de linkse fusiekoers.