Internationaal Hof dwingt klimaatactie af: 'Democratie wordt afgebroken'

Het Internationaal Gerechtshof (IGH) heeft op 23 juli 2025 een baanbrekend advies uitgebracht waarin het bevestigt dat staten een juridische verplichting hebben om klimaatverandering tegen te gaan. Staten moeten ‘ernstige milieuschade voorkomen’ en kunnen aansprakelijk worden gesteld als zij dat nalaten. De gevolgen van klimaatverandering zijn volgens het Hof ‘ernstig en verstrekkend’, zoals ‘stijgende zeespiegels, extreme weersomstandigheden en verlies van biodiversiteit’. Bij twijfel moet volgens het Hof ‘het voorzorgsbeginsel leidend zijn’.
Emeritus hoogleraar rechtsfilosofie Paul Cliteur vertelt aan Nieuwrechts waarom dit advies symptomatisch is voor een diepere verschuiving. “Het probleem met dit soort uitspraken is een steeds verder gaande trend die eruit bestaat dat rechters de taak van parlementen gaan overnemen.”
Rechters vervangen volksvertegenwoordiging
Het Hof stelt dat staten verantwoordelijk zijn voor zowel actieve daden als passiviteit. ‘De nalatigheid van een staat om passende actie te ondernemen kan een internationaal onrechtmatige daad vormen.’ Ook moeten staten bedrijven controleren en subsidies voor fossiele brandstoffen afbouwen. Samenwerking tussen landen is niet vrijblijvend, maar een juridische plicht.
Cliteur ziet hierin een fundamentele machtsverschuiving. Sinds de democratische revoluties van de tweede helft van de negentiende eeuw lag de controle over beleid bij volksvertegenwoordigingen. “De regering wordt gecontroleerd door de Staten-Generaal, de Tweede Kamer, ook een Eerste Kamer.” Maar na de Tweede Wereldoorlog is daar volgens hem een alternatief model naast gekomen: “Controle door de rechterlijke macht.”
Twee trends ziet Cliteur samenkomen: steeds meer internationale verdragen, en een rechterlijke macht die steeds actiever controleert. “Dat leidt tot een volledige ‘opslokking’ van het element van de democratische controle door de rechterlijke controle. Je kunt wel zeggen dat in westerse staten de democratieën aan het verdwijnen zijn. Zij maken plaats voor ‘rechtsstaten’. Daarbij ‘rechtsstaten’ in de zin van ‘rechtersstaten’.”
‘Hof neemt de politiek over’
Een illustratief citaat uit het IGH-advies is volgens Cliteur: 'Zelfs als er wetenschappelijke onzekerheid is over de precieze gevolgen, ontslaat dat staten niet van hun verplichting tot handelen.' In die zin ligt volgens hem de kern van het probleem. “Impliciet in deze zin is dat het Hof ervan uitgaat dat niet parlementen staten op dit punt gaan controleren, maar dat de rechterlijke macht dat moet doen. En dus is de democratie buiten spel gezet.”
Het Hof stelt ook: 'Staten hebben juridische verplichtingen om het klimaat en andere delen van het milieu te beschermen tegen schade door antropogene uitstoot van broeikasgassen.' Volgens Cliteur betekent dat feitelijk: “Het Hof neemt eigenlijk gewoon ‘de politiek’ over. Het Hof plaatst niet alleen het parlement als controlerende instantie buiten de orde, maar ook de regering die niet meer kan regeren.”
Zelfs passiviteit is volgens het Hof reden voor aansprakelijkheid. Cliteur: “Dus het Hof gaat regeringen voorschrijven hoe hun politiek moet zijn.”
‘Je zou moeten stemmen op rechters’
Hoewel het IGH-advies formeel niet bindend is, benadrukt het Hof dat het wel gezag heeft en wereldwijd kan worden gebruikt in rechtszaken. Maar dat is volgens Cliteur precies het probleem. “Bindend en niet-bindend is geen digitale (0 of 1) zaak. Een niet-bindende uitspraak krijgt wel ‘gezag’ en rolt dan naar meer bindend.”
Volgens hem wordt deze verschuiving breed geaccepteerd. “Deze gang van zaak wordt door de besturende elites in de westerse wereld gedoogd. Politici ervaren het als onvermijdelijk. Ambtelijke elites stellen het voor als wenselijk.”
Democratische controle verdwijnt daarmee langzaam, waarschuwt Cliteur. “Zelfs het kritiseren van rechters wordt voorgesteld als ondermijning van de rechterlijke macht.” Zijn conclusie is vlijmscherp: “Je zou eigenlijk moeten gaan stemmen voor de rechters in het IGH. Maar wie dat voorstelt krijgt te horen: ‘Ho, die rechters doen toch niet aan politiek?’”























































