'Britse topuniversiteit discrimineerde tegen niet-zwarte studenten'

De prestigieuze Universiteit van Edinburgh ligt onder vuur na aantijgingen van discriminatie. Volgens een groep interne klokkenluiders bevoordeelt de universiteit zwarte studenten met gerichte beurzen, terwijl juist blanke arbeidersjongens het vaakst buiten de boot vallen. “De universiteit handelt op basis van ideologie, niet van feiten,” zeggen de anonieme academici tegenover de krant The Times.
De beschuldigingen komen van een groep academici die zich ‘Edinburgh Academics 4 Free Speech’ noemt. Volgens eigen zeggen vertegenwoordigen zij 130 medewerkers van de universiteit. In een verklaring schrijven zij in The Times: “De universiteit discrimineert al tegen niet-zwarte studenten door beurzen toe te wijzen op basis van ras.”
Als voorbeeld noemen zij de Andrea Levy Scholarship, een beurs voor studenten met een zwarte Afrikaanse of Caribische achtergrond. Deze beurs werd in het leven geroepen ter nagedachtenis aan de gelijknamige schrijfster.
Volgens de academici wringt het beleid met het eigen wetenschappelijke karakter van de instelling. “Als organisatie die haar beleid zou moeten baseren op feiten en onderzoek, zou de universiteit juist studenten moeten steunen die het meest worden buitengesloten van hoger onderwijs.”
Witte arbeidersjongens het meest achtergesteld
De groep wijst op onderzoek van het Britse ministerie van Onderwijs. Daaruit blijkt dat de deelname aan het hoger onderwijs de afgelopen jaren 21 procent sneller groeide bij Aziatische studenten en 17 procent sneller bij zwarte studenten dan bij blanke studenten.
Een structurele achterstand blijft vooral bestaan onder blanke jongens uit de arbeidersklasse. Diverse studies wijzen hen aan als de meest academisch achtergestelde groep in het Verenigd Koninkrijk. Toch komt deze groep volgens de klokkenluiders amper in aanmerking voor specifieke steun of beurzen.
Historicus Tom Devine sluit zich aan bij kritiek
Hoewel de academici anoniem willen blijven, krijgt hun verklaring bijval van een zwaargewicht binnen de universiteit: Sir Tom Devine, emeritus hoogleraar geschiedenis. Hij noemt het diversiteitsrapport van de universiteit “potentieel schadelijk voor de reputatie van de instelling”.
Devine vindt dat de uitkomsten van het rapport eerst besproken hadden moeten worden met bredere vertegenwoordiging binnen de universiteit. “Dit soort gevoelige kwesties mag niet alleen binnen de kring van de rector en zijn vertrouwelingen worden besproken,” stelt hij.
Rapport met 46 aanbevelingen
Het gewraakte rapport werd in 2021 besteld, in de nasleep van de wereldwijde Black Lives Matter-protesten. Deze week werd het eindelijk openbaar. De inhoud is ingrijpend: het rapport doet 46 aanbevelingen. Die variëren van het hernoemen van gebouwen tot het opzetten van speciale beurzen voor studenten uit etnische minderheidsgroepen.
De bedoeling is om etnische ongelijkheid op de campus te verminderen. Maar volgens de kritische academici dreigt juist het tegenovergestelde te gebeuren. “Beleid dat mensen bevoordeelt op basis van huidskleur, is zelf discriminerend,” stellen zij.
De universiteit heeft nog niet officieel gereageerd op de verklaring van de klokkenluiders. Wel is duidelijk dat het diversiteitsbeleid voorlopig niet van tafel is.