Op de vraag of het mogelijk zou moeten zijn om het Zweedse staatsburgerschap in bepaalde gevallen in te trekken, antwoordde 53 procent met “ja, absoluut”. Nog eens 31 procent zei “ja, misschien”. Slechts zes procent is er helemaal op tegen. Daarmee steunt bijna 85 procent van de ondervraagden het idee in meer of mindere mate, meldt de krant Focus.

De meeste Zweden vinden vooral dat het staatsburgerschap moet kunnen worden ingetrokken bij terrorisme (83 procent). Daarna volgen bedreiging van de nationale veiligheid (78 procent), ernstige georganiseerde misdaad (77 procent) en fraude bij de aanvraag van het burgerschap (73 procent). 

Geen puur rechts idee
Hoewel de maatregel vaak wordt geassocieerd met de rechts-nationalistische partij Zweedse Democraten (SD), blijkt uit het onderzoek dat ook veel linkse en progressieve kiezers erachter staan. Van de stemmers op de sociaaldemocraten (S), de linkse partij (V), de Groenen (MP) of het centrum (C) zegt 70 procent dat terroristen hun Zweeds paspoort moeten kunnen verliezen. Voor zware criminelen ligt dat op 62 procent.

Kiezers van de Gematigden (M), Liberalen (L) en Christendemocraten (KD) zitten qua mening ergens tussen de SD-achterban en de progressieve kiezers in.

Zorg over misbruik van de maatregel
Mensen met een migratieachtergrond zijn over het algemeen voor het intrekken van burgerschap bij zware delicten, maar maken zich tegelijk ook zorgen. 75 procent van de in het buitenland geboren ondervraagden vindt dat terroristen hun nationaliteit mogen kwijtraken. Twee derde vindt dat ook bij fraude gerechtvaardigd.

Toch leeft er bij deze groep meer angst dat het fout kan gaan. Van hen maakt 33 procent zich zorgen over onterechte intrekking. Bij mensen die Arabisch spreken (goed of beperkt) loopt dit op tot 44 procent. Onder kiezers van rood-groene partijen is die bezorgdheid ook relatief groot: 38 procent vreest misbruik. Onder regeringsgezinde kiezers ligt dat veel lager: acht procent bij M, L en KD, en slechts twee procent bij SD-stemmers. 

Politiek verdeeld
De huidige regering wil het staatsburgerschap kunnen afpakken van criminelen en terroristen. Linkse partijen stemden begin dit jaar tegen die wijziging. En dat is opvallend, want hun eigen achterban blijkt in meerderheid vóór.

Om de regels te veranderen, is een grondwetswijziging nodig. Daarvoor moet een ruime meerderheid van het parlement instemmen — inclusief partijen van de oppositie.