Tsjechië schuift naar rechts en Andrej Babis maakt politieke comeback

De voormalige Tsjechische premier Andrej Babiš heeft met zijn partij ANO de parlementsverkiezingen overtuigend gewonnen. Volgens de voorlopige uitslag behaalt ANO zo’n 35 procent van de stemmen. Daarmee is Babiš weer de grootste politieke kracht van het land.
De regeringscoalitie van premier Petr Fiala leed een zware nederlaag en zakt terug naar ongeveer 23 procent. Fiala’s centrumrechtse blok verliest daarmee de meerderheid in het parlement.
Babiš, miljardair en voormalig zakenman, presenteert zich als een rechts-populistische outsider. Hij richt zich op gewone burgers, is kritisch over Brussel en verzet zich tegen massamigratie en EU-regelzucht. Tijdens de campagne benadrukte hij dat Tsjechië zijn soevereiniteit moet behouden.
Hoewel Babiš zegt dat Tsjechië lid van de EU en NAVO blijft, wil hij wel “meer onafhankelijkheid van Brussel”. Hij zoekt nu steun bij andere rechtsgeoriënteerde partijen zoals SPD (Vrijheid en Directe Democratie) en de Motoristenpartij.
Zijn overwinning past in een bredere trend in Europa, waar rechtse partijen terrein winnen. Net als Viktor Orbán in Hongarije en Geert Wilders in Nederland, spreekt Babiš veel kiezers aan die zich niet meer vertegenwoordigd voelen door de traditionele elites.
De komende weken zal blijken of hij erin slaagt een stabiele regering te vormen. Eén ding is duidelijk: Tsjechië schuift naar rechts.
Praatmee