Otte deed zijn uitspraken in het programma WNL Op Zondag, waar hij zich aansloot bij eerdere kritiek van Albert Hazelhoff, directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Beiden stellen vast dat Nederland inmiddels tot de landen met de hoogste verkeersboetes van Europa behoort.

‘De verhouding klopt niet meer’
Volgens Otte is het probleem niet dat overtredingen worden beboet, maar dat de hoogte van de bedragen is losgeraakt van het strafrechtelijke kader. Hij wees daarbij op opvallende verschillen. “De boete voor het uitdelen van een klap is lager dan voor bellen achter het stuur. Die verhouding is scheef,” zei hij.

Ter illustratie: door rood rijden kost momenteel ruim 300 euro. Een mobiele telefoon vasthouden achter het stuur levert een boete van meer dan 400 euro op. Voor eenvoudige mishandeling zonder letsel ligt de geldboete in het strafrecht vaak lager. Otte benadrukte dat dit wringt met het rechtsgevoel.

Verkeersboetes buiten invloed OM
De OM-topman maakte ook een belangrijk onderscheid. Boetes voor strafbare feiten vallen onder de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie en de rechter. Die bedragen zijn volgens hem doorgaans gekoppeld aan de ernst van het delict. Verkeersboetes vallen daarentegen onder bestuurlijk recht en worden vastgesteld door de politiek.

Volgens Otte worden deze bedragen al decennialang mede bepaald door financiële overwegingen. Hij zei dat verkeersboetes “historisch gezien zijn meegegroeid met de financiële behoefte van de overheid”. Daarmee bevestigt hij dat inkomsten een rol spelen bij de vaststelling van de tarieven.

Otte staat niet alleen in zijn kritiek. CJIB-directeur Albert Hazelhoff zei eerder dat de hoogte van verkeersboetes en vooral de verhogingen bij te laat betalen hun doel voorbijschieten. Volgens Hazelhoff moeten boetes gedrag sturen en niet leiden tot problematische schulden.