Wat is de juiste houding tegenover de islam in een democratische rechtsstaat?
Overal in Europa worstelt men met de juiste houding tegenover de islam. Is de islam verenigbaar met de uitgangspunten van de democratische rechtsstaat? Kan de islam bijvoorbeeld leven met het idee van een religieus neutrale staat, zoals gebruikelijk is in verschillende Europese landen? Kan de islam afzien van het streven de sharia in te voeren als alternatief voor het statelijke recht? Kan de islam leven met vrijheid van expressie, inclusief de vrijheid religie (de islam) te kritiseren? De vragen buitelen over elkaar heen.
De wasserette-uitspraak van Fortuyn en de drie houdingen tegenover de islam
In Nederland begon dit debat in 1997 serieuze vormen aan te nemen met de publicatie van het boek Tegen de islamisering van onze cultuur: Nederlandse identiteit als fundament van de toenmalige, in 2002 vermoorde, politicus Pim Fortuyn. Veel van het gedachtegoed van partijen als de Alternative für Deutschland en in Nederland partijen als PVV, FVD en BBB is in feite in dat boek van Fortuyn uit 1997 terug te vinden. Fortuyn bracht het probleem met de islam mooi tot uitdrukking met zijn zogenaamde “wasserette-uitspraak”. Hij zei: “Jodendom en Christendom zijn grotendeels door de wasserette van het humanisme en de Verlichting gegaan. En dat is een probleem met de Islam”.