Nederland houdt EU-plannen voor digitale identiteit bewust geheim

De Nederlandse overheid weet veel meer over de komst van de Europese digitale identiteit (eIDAS 2.0) dan ze wil laten zien. Dat blijkt uit Woo-documenten die zijn vrijgegeven, op verzoek van NieuwRechts. Het ministerie van Binnenlandse Zaken vond 51 interne stukken over Europese plannen rond digitale identificatie, chatcontrole en gezichtsherkenning. Slechts een handvol werd deels openbaar gemaakt. De rest blijft geheim.
Volgens het ministerie zou openheid de “internationale betrekkingen” kunnen schaden. De documenten bevestigen dat Nederland sinds enkele jaren actief meepraat over de invoering van de Europese digitale identiteitswallet. In die gesprekken wordt nagedacht over de technische opzet, juridische risico’s en maatschappelijke gevolgen van het systeem.
De eID-wallet wordt volgens Europese instellingen gepresenteerd als een vrijwillig instrument. Uit de stukken blijkt echter dat ook binnen de overheid vragen bestaan over de praktische gevolgen van die vrijwilligheid. De mogelijkheid dat burgers de digitale identiteit in de toekomst nodig hebben om toegang te krijgen tot basisdiensten — zoals bankzaken, overheidsportalen of betalingen — wordt daarbij niet uitgesloten.
Zorgen over draagvlak en privacy
In interne notities, die niet openbaar zijn gemaakt, wordt volgens het ministerie gesproken over thema’s als gebrek aan politiek en maatschappelijk draagvlak, onvoldoende toetsing van grondrechten en gebrek aan transparantie. Deze documenten worden geweigerd omdat ze “persoonlijke beleidsopvattingen” van ambtenaren zouden bevatten. Daardoor blijft onduidelijk welke interne afwegingen en zorgen aan de orde zijn geweest.
NieuwRechts vroeg ook om informatie over gesprekken met lobbyisten, technologiebedrijven en banken. Het ministerie erkent dat er zulke documenten bestaan, maar geeft geen namen of inhoudelijke details vrij. Ook hier geldt dat openbaarmaking volgens de overheid de internationale relaties zou kunnen schaden.
Interne documenten verdwijnen achter juridische muur
Voor het afwijzen van de meeste documenten maakt Binnenlandse Zaken gebruik van meerdere uitzonderingsgronden uit de Wet open overheid (Woo), waaronder “vrij intern beraad” (artikel 5.2), “goed functioneren van de Staat” (artikel 5.1 lid 2i) en “internationale betrekkingen” (artikel 5.1 lid 2a). Ook functienamen en e-mailadressen van ambtenaren zijn verwijderd.
In het besluit schrijft het ministerie: “Wanneer communicatie over conceptteksten of de conceptteksten zelf openbaar worden gemaakt, is dit schadelijk voor het goed functioneren van de Staat.” Daardoor is het grootste deel van de besluitvorming rond de digitale identiteit niet inzichtelijk, en blijft onbekend welke argumenten, risico’s en belangen tijdens het proces zijn besproken.
Beperkte openheid
Uit het Woo-besluit blijkt dat van de 51 gevonden documenten over de Europese digitale identiteit, chatcontrole en gezichtsherkenning slechts een klein deel gedeeltelijk openbaar is gemaakt. Enkele stukken waren al eerder vrijgegeven, maar de meeste blijven vertrouwelijk.
Het Woo-besluit laat zien dat de Nederlandse overheid nauw betrokken is bij de Europese digitale identiteitsagenda, maar over de inhoud van dat overleg nauwelijks openheid geeft. De invoering van de digitale identiteitswallet gaat daarmee verder, terwijl de maatschappelijke discussie en democratische controle grotendeels ontbreken.


















































