De aangiftes waren gericht tegen vijf pensioenfondsen die hun vermogen hebben overgezet naar het nieuwe stelsel van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). De aangevers spraken van verduistering van pensioengelden. Het OM deelt die conclusie niet. 

Een woordvoerder van het OM laat aan PensioenPro weten dat de zaak zorgvuldig is bekeken. “Het OM heeft de aangiftes zorgvuldig beoordeeld. Op basis van bestaande wet- en regelgeving komt het OM tot de conclusie dat er geen sprake is van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit,” aldus de woordvoerder.

Daarmee is de zaak volgens het OM afgedaan. “Het OM gaat daarom niet over tot vervolging. Er zal geen strafrechtelijk onderzoek worden ingesteld.”

Aangiftes door oud-adviseurs en juristen
De aangiftes werden gedaan door Jan Lely, Harry Bollema, Jan Peter Wittop Koning en Pieter Lakeman. Zij stelden dat pensioenfondsen met het invaren zonder toestemming van deelnemers eigendomsrechten zouden hebben geschonden. In meerdere aangiftes werd gesproken over ‘opzettelijke, wederrechtelijke overboeking’ van pensioengelden.

In de aangifte tegen het personeelspensioenfonds van APG, die begin maart werd ingediend, stellen de aangevers dat pensioengelden “buiten bereik van de deelnemers” zouden zijn gebracht en mogelijk voor andere doeleinden zouden worden gebruikt.

Pensioenfondsen handelden binnen de wet
Het OM maakt echter duidelijk dat het invaren plaatsvindt binnen een wettelijk kader dat door het parlement is vastgesteld. Pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht om over te stappen naar het nieuwe stelsel, mits zij daarbij de vastgestelde procedures volgen. Dat maakt strafrechtelijk optreden volgens het OM niet mogelijk.

Ook het ontbreken van individuele instemming van alle deelnemers is juridisch geen probleem. De Wtp voorziet expliciet in collectieve besluitvorming via sociale partners en pensioenfondsbesturen. Het individuele bezwaarrecht dat onder de oude Pensioenwet bestond, is met de invoering van de Wtp geschrapt.