AfD-leider Weidel: ‘Corona was een testfase voor hoe ver overheden kunnen gaan’

Volgens AfD-leider Alice Weidel was het coronabeleid geen tijdelijke noodmaatregel, maar een proef. “Het was een testfase om te zien hoe ver overheden kunnen gaan,” zei zij tijdens de alternatieve WEF-conferentie in Praag. In haar toespraak waarschuwde Weidel voor wat zij ziet als een patroon van groeiende staatsmacht, waarin crises worden gebruikt om vrijheden in te perken. “Men heeft getest in hoeverre burgers zich laten manipuleren via media en propaganda,” stelde ze. De volgende stap, zo waarschuwde Weidel, is volgens haar financieel: de invoering van een digitale euro als mogelijk middel om burgers te controleren.
De bijeenkomst, die werd georganiseerd als tegenhanger van het World Economic Forum, bood ruimte aan sprekers die kritisch zijn op de Europese Unie en het huidige beleid van nationale regeringen.
Volgens Weidel verkeert Duitsland in een diepe economische crisis. Zij ziet daarvoor twee hoofdredenen. De eerste ligt volgens haar bij de Europese Unie. Weidel sprak over “een opgeblazen ambtelijk apparaat, overmatige bureaucratie en het ondermijnen van nationale bevoegdheden”.
Daarnaast wees zij op binnenlands beleid. Voormalig bondskanselier Angela Merkel draagt volgens Weidel een groot deel van de verantwoordelijkheid. “Merkel is de figuur die ons land absoluut heeft geruïneerd,” zei zij. De regeringen die daarna kwamen, zouden die koers hebben voortgezet en zelfs versterkt, gedreven door wat zij omschrijft als een links-groene ideologie.
Ook de huidige Duitse regering kreeg kritiek. Weidel noemde bondskanselier Friedrich Merz “absoluut incompetent” en sprak van een voortzetting van beleid dat zij schadelijk acht voor economie en samenleving.
Hoge energieprijzen en industrie onder druk
Een terugkerend thema in haar betoog was energiebeleid. Volgens Weidel zijn de energieprijzen in Duitsland te hoog. “We vliegen overal uit de internationale concurrentie,” zei zij. Zij noemde onder meer het verbod op verbrandingsmotoren, de gebouwenenergiewet, de sluiting van kerncentrales en de inzet op wisselvallige energiebronnen als oorzaken.
Alles bij elkaar noemde zij het huidige beleid “een politiek van collectieve zelfbeschadiging waar dringend tegen moet worden opgetreden”.
‘Wij willen normale politiek’
Weidel benadrukte dat haar partij niet staat voor “alternatieve” politiek, maar voor wat zij normaliteit noemt. “Wij staan niet voor alternatieve politiek. Wij staan voor een normale politiek. Wij willen normaliteit in onze landen,” zei zij.
Die normaliteit betekent volgens haar een overheid die burgers en ondernemers niet tegenwerkt. Weidel pleitte voor lagere belastingen en minder regels. “Dat wurgt alles af. Niemand heeft daar nog zin in,” stelde zij over de huidige bureaucratie.
Op energiegebied wil de AfD volgens Weidel inzetten op een mix van kernenergie, Russisch aardgas en andere stabiele energiebronnen. Subsidies voor hernieuwbare energie en CO₂-heffingen zouden volledig moeten verdwijnen.
EU hervormen vanuit nationale staten
Als de AfD ooit aan de macht komt, wil Weidel dat Duitsland de EU dwingt tot hervorming. Als grootste nettobetaler zou Duitsland volgens haar meer druk moeten uitoefenen. Zij pleitte voor meer vetorechten voor lidstaten en voor het terughalen van bevoegdheden naar nationale regeringen.
Tegelijk erkende zij dat samenwerking zinvol kan zijn, bijvoorbeeld op defensiegebied. Maar de huidige aanpak, vooral rond Oekraïne, noemde zij onjuist. De EU zou te duur zijn en te weinig effectief.
Europa verliest geopolitieke invloed
Ook over de internationale positie van Europa was Weidel kritisch. Volgens haar zijn landen als Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hun geopolitieke invloed grotendeels kwijtgeraakt. De oorlog in Oekraïne zou dit proces hebben versneld.
Weidel pleitte voor diplomatie met Rusland. “Vrede in Europa kan alleen met Rusland tot stand komen, niet zonder,” zei zij. Daarmee schaarde zij zich inhoudelijk achter de lijn van de Hongaarse premier Viktor Orbán.
Coronabeleid als ‘testfase’
Een opvallend onderdeel van Weidels toespraak ging over corona. Zij stelde dat het coronabeleid is gebruikt om te testen hoe ver overheden kunnen gaan in het beperken van vrijheden. “De coronapolitiek was een testloop voor iets groters,” zei zij. Volgens haar werd onderzocht in hoeverre burgers meegaan in beperkingen, beïnvloeding en mediacampagnes.
In dat licht uitte zij ook zorgen over de invoering van een digitale euro. Die ziet zij als een mogelijk instrument om burgers financieel te controleren. Weidel suggereerde dat zonder toegang tot geld mensen effectief buitenspel kunnen worden gezet.
In haar slotwoorden waarschuwde Weidel dat het huidige beleid volgens haar een gevaar vormt voor vrijheid, welvaart en toekomstige generaties. Zij riep op tot een koerswijziging richting wat zij omschrijft als “nationale, burgerlijke en normale politiek”.














































