'Waar de EU beweert zich te beijveren voor democratisering van naties, schiet het zelf schromelijk tekort'
Waar de Europese Unie immer beweert zich te beijveren voor de democratisering van naties, schiet dit bestuursorgaan zelf schromelijk tekort op dit gebied. Het democratisch falen heeft geleid tot aanzienlijke kritiek. Zo getuigde de Eurobarometer-enquête in 2020 dat slechts 44 procent van de Europeanen uit de lidstaten positief gestemd was over de EU. Burgers ervaren een grote afstand tot de Europese Unie en voelen zich machteloos tegenover de gevestigde Europese macht. De enige gelegenheid dat invloed mogelijk maakt, is tijdens de Europese verkiezingen voor het Europees Parlement. Deze zijn volgend jaar, maar zelfs daar is de invloed van het Europese volk te verwaarlozen. Alle macht is namelijk gecentraliseerd bij de Europese Commissie.
Zo hebben het Europees Parlement en de Europese Raad in tegenstelling tot de Europese Commissie geen recht van initiatief. Dit recht is vastgelegd in artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 225 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dit fundamentele aspect van het Europese wetgevingsproces biedt momenteel geen enkele inspraak aan Europese burgers. Dat de Europese Raad deze bevoegdheid niet heeft is niet erg, in Nederland zouden we dit de Eerste Kamer noemen, ook wel vaak beschouwd als nutteloos. Maar de gekozen volksvertegenwoordigers in het Europees Parlement zouden dit recht wel moeten hebben, als de EU tenminste streeft naar democratisering in Europa. Als men wil dat meer mensen positief gaan aankijken tegen de EU, moeten we hen ook het gevoel geven dat ze invloed hebben en er deel van uitmaken. De arrogantie van Eurocommissarissen om de EU-wetgeving te initiëren, omdat hun ‘weten wat goed is voor het Europese volk’ wordt steeds zichtbaarder, wat de populariteit van de EU niet ten goede komt.