Den Haag rekent af met snijbloemen: 'Groene gekkigheid'
Het nieuwe inkoopbeleid van de gemeente Den Haag, dat gericht is op duurzaamheid, leidt tot onvrede binnen de gemeenteraad. Het meest opvallende onderdeel van het beleid is het voorstel om snijbloemen zoveel mogelijk te weren bij feestelijke gelegenheden. Raadslid Ralf Sluijs spreekt bij De Telegraaf van “groene gekkigheid”.
Een van de maatregelen die veel stof doet opwaaien, is het plan om snijbloemen bij officiële evenementen te vervangen door duurzamere alternatieven, zoals vetplanten. Het Haagse college heeft in het Actieplan Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen vastgelegd dat duurzaamheid, internationale rechtvaardigheid en ketenverantwoordelijkheid een rol moeten spelen bij de inkoop van producten en diensten. Jaarlijks besteedt de gemeente ongeveer een miljard euro, en met dit plan wil het college die uitgaven meer in lijn brengen met de duurzaamheidsdoelen.
Sluijs vreest echter dat dit beleid kleinere ondernemers buitenspel zet, omdat zij vaak niet aan de steeds striktere duurzaamheidscriteria kunnen voldoen. “Duurzaamheidsgedram moet de burger niet op kosten jagen of de lokale ondernemer in de weg zitten,” vertelt hij bij De Telegraaf.
Naast snijbloemen zijn er ook andere onderdelen van het inkoopbeleid die op weerstand stuiten. Zo wil de gemeente meer invloed uitoefenen op het aanbod in de kantine van het stadhuis, waar het assortiment plantaardiger en biologischer moet worden. Sluijs hekelt bij De Telegraaf deze inmenging en noemt het een “wirwar aan regels” die de gemeente onnodig bureaucratisch maakt.
Het nieuwe inkoopbeleid van de gemeente Den Haag werd woensdag besproken in de Commissie Bestuur. De discussie richtte zich op de vraag of de huidige duurzaamheidsdoelen realistisch en uitvoerbaar zijn, en of ze lokale ondernemers onevenredig hard raken.