FVD roept op tot herziening genderbeleid na transitiespijt
Tijdens het begrotingsdebat over Volksgezondheid stonden Gideon van Meijeren (FVD) en minister Fleur Agema lijnrecht tegenover elkaar in een fel debat over de zorg voor mensen met genderdysforie. Van Meijeren uitte zijn zorgen over de stijging van het aantal diagnoses van genderdysforie en vroeg de minister om een herziening van het beleid rondom hormoonbehandelingen en chirurgische ingrepen. Minister Agema benadrukte echter dat de zorg met de grootst mogelijke integriteit wordt verleend en riep op tot voorzichtigheid in de discussie.
Van Meijeren begon het debat door te wijzen op de sterke toename van diagnoses van genderdysforie, waarbij het aantal jaarlijks gestegen is van enkele tientallen in de jaren '80 tot duizenden in 2022. Hij vroeg de minister hoe zij deze stijging beoordeelt en of zij de zorgen van FVD deelt dat steeds meer mensen hun lichaam verafschuwen en zich tot de zorg wenden voor ingrijpende behandelingen. Minister Agema toonde begrip voor de zorgen en vertelde dat zij onlangs een documentaire had gezien over transitiespijt, iets wat zij diep verdrietig vond. Tegelijkertijd benadrukte ze dat sommige mensen anders worden geboren dan hoe zij zich voelen en dat de zorg voor hen in Nederland zorgvuldig is ingericht. Ze wees op twee lopende onderzoeken bij de Gezondheidsraad waarvan de resultaten afgewacht moeten worden.
Van Meijeren stelde vervolgens vragen over de kosten van de zorg rondom genderdysforie. Hij stelde dat de hormoonbehandelingen en operaties volledig worden vergoed door het basispakket en vroeg zich af hoeveel belastinggeld daarmee gemoeid is. Hoewel minister Agema de kosten niet kon specificeren, benadrukte ze dat het belangrijk is dat de zorg op de juiste manier wordt verleend, ongeacht de kosten.
Van Meijeren verwees naar onderzoeken die negatieve effecten van hormoonbehandelingen en chirurgische ingrepen aantoonden, zoals ernstige mentale en fysieke problemen. Hij vroeg of Nederland het voorbeeld van Engeland zou volgen, waar bepaalde behandelingen voor jongeren zijn gestopt. Agema bleef vasthouden aan de integriteit van de zorg en de uitkomsten van de Gezondheidsraad-onderzoeken, maar erkende dat spijtgevallen erg verdrietig zijn.
Een heikel punt in het debat was de classificatie van genderdysforie als een psychische stoornis in de DSM-5, het handboek voor psychische aandoeningen. Van Meijeren stelde dat genderdysforie volgens dit handboek een psychische stoornis is, maar Agema gaf aan dat zij niet bekend was met deze classificatie en benadrukte dat zij zich richt op de zorg voor mensen die zich anders voelen dan hun geboortegeslacht.
Van Meijeren sloot af met een oproep om het beleid rondom genderzorg grondig te herzien, verwijzend naar de "oceaan aan literatuur" die volgens hem de schadelijkheid van het huidige beleid aantoont.