Tijdens het debat verwees minister Hermans naar recente overstromingen in Valencia als een voorbeeld van de noodzaak van ingrijpende klimaatmaatregelen. Volgens haar is het “klip-en-klaar” dat er sprake is van vergaande klimaatveranderingen die, zo beweerde ze, onder meer door wetenschappelijk onderzoek zijn vastgesteld.

Van Houwelingen ging echter direct in de aanval. Hij stelde dat weersextremen altijd al hebben bestaan en dat incidenten zoals de overstromingen in Spanje geen afdoende bewijs vormen voor een alarmerende klimaatverandering. “Het punt is natuurlijk dat er altijd weersextremen zijn geweest,” betoogde hij. Daarbij verwees hij naar een rapport van het VN-klimaatpanel IPCC, waarin volgens hem geen directe aanwijzingen te vinden zijn dat natuurrampen zoals overstromingen en orkanen vaker voorkomen als gevolg van klimaatverandering.

Minister Hermans reageerde scherp op Van Houwelingens uitspraken en betichtte hem ervan het wetenschappelijk klimaatonderzoek te ondermijnen. Ze benadrukte dat het wetenschappelijk bewijs voor de gevolgen van klimaatverandering volgens haar “onbetwist” is. “Ik twijfel niet, nooit en op geen moment aan de wetenschap en aan de betrouwbaarheid van de klimaatwetenschap, dus ik ga daar ook geen discussie over voeren", aldus Hermans.

Van Houwelingen was duidelijk niet onder de indruk van deze uitspraken. Hij bekritiseerde de minister om haar “autoritaire toon” en stelde dat het IPCC-rapport, dat jarenlang als standaard werd aangehaald, nu door haar werd weggezet als “zomaar een rapportje.”

“Nou breekt toch echt mijn klomp!” verzuchtte Van Houwelingen. Hij wees daarbij ook op de 2000 wetenschappers en Nobelprijswinnaars die een verklaring hebben ondertekend waarin het huidige klimaatbeleid in twijfel wordt getrokken.