Mona Keijzer vecht terug: vrijheid van meningsuiting staat op het spel
Mona Keijzer, vicepremier namens BBB, gaat in de tegenaanval nadat een groep mensen haar voor de rechter wil slepen vanwege haar uitspraken over antisemitisme in de islamitische cultuur. In een interview met De Telegraaf geeft Keijzer aan dat ze een juridische procedure start om haar naam te zuiveren. "Antisemitisme is een reëel probleem. Daar moet je in het maatschappelijk debat over kunnen spreken," aldus Keijzer.
Keijzer neemt een ongebruikelijke stap voor een bewindspersoon door zelf naar de rechter te stappen. Ze stelt dat het niet alleen gaat om haar eigen reputatie, maar ook om het belang van de vrijheid van meningsuiting. "Deze gang van zaken smoort het maatschappelijk debat," zegt ze. Ze wil dat het gerechtshof zich buigt over de vraag of haar uitspraken strafbaar zijn.
Tijdens de talkshow "Sophie & Jeroen" in mei, toen nog als Kamerlid voor BBB, stelde Keijzer dat "Jodenhaat bijna onderdeel is van de cultuur" in islamitische landen. Ze benadrukte dat dit uiteraard niet voor elke moslim geldt. Een groep moslims deed daarop aangifte wegens groepsbelediging.
Het Openbaar Ministerie (OM) concludeerde dat Keijzer zich "in beginsel schuldig heeft gemaakt aan groepsbelediging", maar dat vervolging een te grote inbreuk zou zijn op het recht van vrijheid van meningsuiting van een politicus. De zaak werd daarom geseponeerd.
Hoewel Keijzer niet werd vervolgd, was ze ontevreden met de kanttekening van het OM dat haar uitspraken strafbaar zouden zijn. "Het deed me wat, maar we waren net aangetreden als kabinet. Procederen is niet eenvoudig. Dat kost veel tijd, geld en energie," legt ze uit. Ze besloot destijds de zaak te laten rusten.
Nu de groep die aangifte deed een klacht heeft ingediend bij het gerechtshof om alsnog vervolging af te dwingen, voelt Keijzer zich genoodzaakt in actie te komen. "Nu wordt voor de tweede keer mijn integriteit aangetast", zegt ze. Keijzer wil niet alleen in de procedure van de klagers worden gehoord als belanghebbende, maar dient ook een eigen bezwaar in tegen de seponering van het OM. "Zodat ik kan uitleggen waarom hier geen sprake is van strafbare groepsbelediging. Ik heb mij gebaseerd op feiten en cijfers. Feiten kunnen nooit strafbaar zijn."
Moslims veel vaker betrokken bij antisemitische incidenten in West-Europa
Maar liefst 30 procent van alle daders heeft een 'extremistische moslimovertuiging', terwijl moslims in West-Europese landen slechts 4 tot 10 procent van de bevolking uitmaken.
Deze statistieken komen uit een rapport uit 2018. Het EU-bureau voor Fundamentele Rechten (FRA) deed onderzoek naar de ervaringen en statistieken over discriminatie en haatzaaierij jegens Joden in de Europese Unie. Hierin komt naar voren dat moslims oververtegenwoordigd zijn in het aantal antisemitische incidenten in West-Europa.
Gemiddeld heeft 30 procent van alle daders in West-Europa een moslimovertuiging, maar in sommige landen ligt dit percentage hoger. Voorbeelden hiervan zijn Oostenrijk (35 procent), België (34 procent), Duitsland (41 procent), Denemarken (34 procent), Frankrijk (33 procent), Nederland (35 procent) en Zweden (40 procent). In Hongarije en Polen heeft slechts 2 procent van alle daders een moslimovertuiging.
Dit betekent dat moslims in al deze landen enorm oververtegenwoordigd zijn in het aantal antisemitische incidenten. Het percentage moslims in de totale bevolking ligt in alle landen aannemelijk een stuk lager: Oostenrijk (4,2 procent), België (7,6 procent), Duitsland (3,5 procent), Denemarken (4,4 procent), Frankrijk (9 procent), Nederland (4,9 procent), Zweden (8,1 procent).
Eén van de respondenten in het FRA-onderzoek vertelt dat hij zijn Joodse identiteit vooral verbergt voor zijn islamitische buren. "Eén van de grootste fundamentele problemen voor Joden in Denemarken is dat we niet openlijk onze Joodse identiteit durven te laten zien op school, in de sportschool, enzovoort, uit angst voor antisemitische opmerkingen. Helaas is dit vooral zo bij onze moslimburen", aldus een dertiger uit Denemarken.
In april was er al een voorbeeld van zulk antisemitisme te zien. Honderden moslims in Berlijn gingen de straat op om op te roepen tot de uitroeiing van joden en Israël. "Dood, dood aan Israël! Ik zorg voor bloedende lichamen!" is te horen op video's. Dit gebeurde tijdens de Ramadan, een periode van inkeer en bezinning.