Nieuw onderzoek legt onveiligheid coronavaccins bloot

De veiligheid van coronavaccins staat opnieuw ter discussie na onthullingen van professor Carl Heneghan, directeur van het Center for Evidence-Based Medicine aan de Universiteit van Oxford. In een recent interview levert hij stevige kritiek op de manier waarop de vaccins van AstraZeneca en Pfizer zijn goedgekeurd en uitgerold. Volgens Heneghan zijn belangrijke veiligheidsaspecten over het hoofd gezien, wat heeft geleid tot onnodige risico’s voor de bevolking.
volgens Heneghan verliep het goedkeuringsproces van de coronavaccins in een ongekende versnelling. “Deze vaccins zijn met haast door het reguleringsproces gedrukt,” stelt hij in een interview met GB News. Vooral de AstraZeneca-prik lag onder vuur vanwege het risico op bloedstolsels. “In Noorwegen, Zweden en Denemarken werd het vaccin al snel van de markt gehaald, terwijl het in het Verenigd Koninkrijk nog maanden werd toegediend, ook aan jongere leeftijdsgroepen.”
De wetenschapper hekelt het feit dat veel regulerende instanties weinig oog hadden voor de bijwerkingen en pas laat ingrepen. Hij wijst erop dat pas na tientallen gevallen van ernstige bloedstolsels en sterfgevallen onder jongeren in het Verenigd Koninkrijk het vaccin uiteindelijk werd beperkt tot bepaalde leeftijdsgroepen. “Als je de signalen negeert, komt een vaccin uiteindelijk toch te vervallen, maar dan wel ten koste van onnodige slachtoffers.”
Geen bewijs voor effect op overdracht
Een van de meest controversiële kwesties is volgens Heneghan de aanvankelijke claim dat de vaccins de verspreiding van het virus zouden stoppen. “De fabrikanten hebben nooit getest of het vaccin overdracht voorkomt,” zegt hij. “Het stond niet in de officiële bijsluiters en werd niet meegenomen in de goedkeuringsfase.”
Toch werd deze claim volgens Heneghan breed uitgedragen in de media en door overheden, wat leidde tot vaccinatieplicht in onder meer de zorgsector. “Zorgmedewerkers verloren hun baan vanwege een maatregel die gebaseerd was op onjuiste aannames. Dat is een enorme fout geweest.”
Blootstelling aan onbekende risico’s
Bij het Pfizer-vaccin liggen de zorgen volgens Heneghan vooral bij de relatief nieuwe technologie van boodschapper-RNA (mRNA). Deze methode, waarbij het lichaam zelf eiwitten aanmaakt die een immuunreactie moeten uitlokken, roept volgens hem vragen op. “Het effect van deze technologie op de lange termijn is nog onbekend. Waar verspreidt het vaccin zich in het lichaam? Hoe lang blijft het daar? Welke organen worden beïnvloed?”
In dierproeven werd aangetoond dat het vaccin zich ophoopt in organen zoals de eierstokken, lever en milt. “We weten niet wat dat op de lange termijn betekent. En toch werd deze technologie massaal uitgerold, zonder gedegen langetermijnonderzoek.”
Daarnaast wijst Heneghan op een verhoogd risico op myocarditis, een ontsteking van de hartspier, vooral bij jonge mannen. Dit bijwerkingseffect is inmiddels erkend door gezondheidsautoriteiten, maar werd aanvankelijk gebagatelliseerd. “Dat is problematisch. Goede regulering betekent dat je alle risico’s vooraf in kaart brengt, niet pas achteraf als er al slachtoffers zijn gevallen.”
Gebrekkige meldsystemen voor bijwerkingen
Een ander kritiekpunt is het systeem waarmee bijwerkingen van medicijnen en vaccins worden bijgehouden. In het Verenigd Koninkrijk bestaat het ‘Yellow Card’-systeem, waarin zowel artsen als burgers bijwerkingen kunnen melden. “Het probleem is dat dit systeem naar schatting slechts 2 procent van de ernstige bijwerkingen oppikt,” aldus Heneghan. “Veel mensen weten niet eens dat ze een bijwerking kunnen melden, terwijl artsen het niet verplicht zijn dit te doen.”
In landen als Noorwegen is het voor artsen wettelijk verplicht om bijwerkingen te registreren. Heneghan pleit voor eenzelfde systeem in het Verenigd Koninkrijk en andere landen. “Zonder betrouwbare gegevens weten we niet eens hoeveel schade deze vaccins daadwerkelijk hebben aangericht.”
Toekomstige vaccins: meer transparantie nodig
Volgens Heneghan is het essentieel dat toekomstige vaccins beter worden onderzocht voordat ze op grote schaal worden toegediend. Hij pleit voor grootschaligere en langdurige studies, vooral voor kwetsbare groepen zoals ouderen en zwangere vrouwen. “Het is schokkend dat de klinische onderzoeken van Pfizer nauwelijks ouderen boven de 65 en geen enkele persoon boven de 85 jaar bevatten, terwijl dit juist de risicogroep is.”
Ook de adviezen voor zwangere vrouwen roepen vragen op. “Aanvankelijk werd een grote studie aangekondigd naar vaccinveiligheid bij zwangere vrouwen, maar uiteindelijk werden slechts 400 vrouwen in de latere stadia van de zwangerschap onderzocht. De cruciale eerste twaalf weken, waarin de organen van de baby zich vormen, werden volledig uitgesloten.” Toch wordt het vaccin nog steeds door gezondheidsinstanties aanbevolen aan zwangere vrouwen. “Dat is wetenschappelijk onverantwoord.”
Sinds enige tijd heeft Groot-Brittannië een compensatieregeling voor mensen met vaccinatieschade. Gezondheidsminister Wes Streeting heef zelfs plannen aangekondigd om deze regeling uit te breiden. Het huidige beleid ligt al geruime tijd onder vuur vanwege de beperkte steun en inefficiënte procedures. Zo blijkt uit gegevens dat 391 claims zijn afgewezen omdat slachtoffers volgens het huidige systeem niet “gehandicapt genoeg” waren, ondanks medische bevestiging van schade door het vaccin.
Conclusie: fundamentele fouten in beleid
Heneghan concludeert dat er fundamentele fouten zijn gemaakt in zowel de goedkeuring, communicatie als veiligheidsmonitoring van de coronavaccins. “We moeten stoppen met het blind vertrouwen op regulerende instanties en overheden. We hebben onafhankelijke, transparante studies nodig, zodat mensen zelf een weloverwogen keuze kunnen maken.”
De Oxford-professor benadrukt dat zijn kritiek niet is bedoeld om vaccins volledig af te wijzen, maar om te pleiten voor een degelijker en eerlijker proces. “De enige manier om vertrouwen in vaccinatie te behouden, is door openheid en wetenschappelijke integriteit. Dat betekent ook erkennen wanneer er fouten zijn gemaakt.”