Raad van State kritisch op nieuwe stikstofwet: blijven boeren in de kou staan?

Het wetsvoorstel van landbouwminister Femke Wiersma om boeren zonder natuurvergunning te helpen, stuit op stevige kritiek van de Raad van State. Volgens het adviesorgaan schiet de wet tekort en biedt het geen structurele oplossing voor de duizenden boerenbedrijven die nu zonder vergunning opereren. De kans bestaat dat deze bedrijven alsnog worden gedwongen te stoppen.
Het wetsvoorstel richt zich op de zogenoemde PAS-melders. Dit zijn boeren en andere ondernemers die jarenlang te goeder trouw werkten onder het Programma Aanpak Stikstof (PAS), een systeem dat door de overheid zelf werd bedacht. In 2019 haalde de rechter echter een streep door het programma, waardoor duizenden bedrijven opeens zonder geldige vergunning kwamen te zitten.
Het kabinet beloofde deze ondernemers binnen drie jaar alsnog een vergunning te geven, maar die deadline verstreek in februari 2024. Slechts een handjevol boeren kreeg een oplossing, terwijl de rest nog steeds in de gevarenzone zit. Ze lopen het risico op handhaving, wat in het uiterste geval betekent dat ze hun bedrijf moeten sluiten.
Volgens de Raad van State ontbreekt in het wetsvoorstel van Wiersma een concrete aanpak om de stikstofuitstoot daadwerkelijk te verminderen. Dit is juist een voorwaarde om kwetsbare natuurgebieden te beschermen en vergunningen juridisch houdbaar te maken. Zonder maatregelen om de uitstoot terug te dringen, blijft het wetsvoorstel in strijd met de bestaande natuurwetgeving, aldus de Raad van State.