Wie Nederland sloopt, krijgt een lintje

Terwijl de discussie ging over het al dan niet ondertekenen van de toekenning van lintjes aan vrijwilligers, verschoof de aandacht van waar het daadwerkelijk over moest gaan: de totale willekeur aan wie die linten worden uitgekeerd.
Ten eerste: de koning heeft er weinig mee te maken. Dat hele ‘koninklijke’ aan de onderscheiding is pure marketing. Hij kent de gedecoreerden niet en zal ze ook nooit leren kennen. Het klinkt alleen zo leuk, ‘koninklijke onderscheiding’. Het onderscheidt vooral de gedecoreerde van de buurman, die jaloersmakende auto van de buurmand kun je altijd nog zelf kopen, dit lintje niet. Waar de onderscheiding een symbool van bescheidenheid hoort te zijn – het zijn mensen in de directe omgeving van de gedecoreerde die een aanvraag kunnen doen om de ontvanger te eren – is de broche verwoorden tot een symbool van snobisme. Zei ik broche? Dat bedoel ik ook, zij het dat je deze slechts bij beperkte gelegenheden mag opspelden en na je dood weer moet inleveren. De armoe van bruikleen zonder recycling draagt alleen maar bij tot de symboliek die het lintje moet uitstralen.