Gemeente Eindhoven grijpt niet in bij aangekondigde XR-acties met boterzuur

De activisten van Extinction Rebellion (XR) hebben nieuwe acties aangekondigd waarbij ze boterzuur willen gebruiken. Een van die acties is gericht op The Mall of the Netherlands. De andere moet plaatsvinden in Eindhoven. Ondanks de risico’s voor de volksgezondheid grijpt de gemeente Eindhoven niet in. Dat blijkt uit een brief aan ondernemers in de stad.
Geen verbod op demonstratie
In de brief laat de gemeente weten dat de aangekondigde actie niet wordt verboden. ‘Het recht om te demonstreren weegt zwaar’, aldus de gemeente. Een verbod zou volgens de brief ‘niet proportioneel’ zijn. Daarom mogen de klimaatactivisten hun gang gaan, ook al willen ze een chemisch middel inzetten.
Boterzuur is een bijtende stof met een sterke geur die heftige reacties kan veroorzaken. De gemeente erkent dit ook: ‘Blootstelling aan boterzuur kan leiden tot hoesten, misselijkheid, stress, ademhalingsproblemen en hyperventilatie.’ Toch is er volgens het stadsbestuur ‘geen aanleiding om de gezondheid te beschermen’ door op te treden tegen de actie.
Ondernemers krijgen ventilatietips
In plaats van de demonstratie te verbieden, richt de gemeente zich op de ondernemers. In de brief geeft ze adviezen over hoe winkeliers met de situatie kunnen omgaan. Zo staat er: ‘Zorg dat u weet hoe het pand gelucht kan worden.’ Ook wordt geadviseerd om ‘het gesprek aan te gaan’ met de activisten.
Daarnaast verstrekt de gemeente EHBO-tips voor als er mensen onwel worden. ‘Indien nodig kunt u de volgende maatregelen treffen bij klachten van bezoekers of personeel’, staat er in de brief, gevolgd door een lijst van eerstehulpmaatregelen. De verantwoordelijkheid voor de gevolgen van het protest lijkt zo te worden doorgeschoven naar de ondernemers zelf.
Reactie uitblijven
De aangekondigde actie in Eindhoven is onderdeel van een bredere campagne van XR, waarbij winkelcentra en andere drukbezochte plekken doelwit zijn. Over het algemeen blijft stevige kritiek op de inzet van boterzuur nog uit. Zowel landelijke politici als lokale bestuurders laten zich nauwelijks uit over de kwestie.
De situatie roept bij veel mensen vragen op. Waarom wordt het gebruik van een stinkende, irriterende stof toegestaan onder het mom van demonstratierecht? En waarom moeten ondernemers opdraaien voor de gevolgen?