Ganzenpoep bemoeilijkt stikstofreductie in Nieuwkoop

In het stikstofdebat ligt de focus vaak op boeren, stallen en emissiekaarten. Maar rond de Nieuwkoopse Plassen wijzen melkveehouders op een blinde vlek die volgens hen nauwelijks wordt meegenomen: enorme hoeveelheden ganzenpoep die rechtstreeks in het Natura 2000-gebied terechtkomen. Terwijl de provincie Zuid-Holland werkt aan een nieuwe ‘250-meterzone’ voor extra stikstofbeperkingen, groeit de frustratie onder boeren. Zij voelen de druk oplopen, terwijl ganzen hun weilanden én kwetsbare natuurgebieden blijven bemesten.
De coöperatie Boeren met Perspectief, actief rond het plassengebied, reageerde deze maand fel op het provinciale plan voor een extra stikstofzone rond de Nieuwkoopse Plassen. Secretaris Cees van der Wel noemt de maatregel disproportioneel. In zijn woorden: “Wat is het doel van het instellen van een stikstofzone in het omgevingsbeleid? En bij welke reductie vindt u dit middel proportioneel?”
Het plan komt erop neer dat melkveehouders binnen 250 meter van de grens van het Natura 2000-gebied met zwaardere eisen worden geconfronteerd. Ook bedrijven die honderden meters van gevoelige natuur liggen, vallen dan alsnog in een streng regime.
Van der Wel wijst erop dat het grootste deel van de stikstof in deze zone helemaal niet van stallen buiten het natuurgebied komt. Binnen de officiële begrenzing liggen namelijk grote agrarische polders, zoals de Meijegraslanden en Westveen, bijna 500 hectare in totaal. Ook die worden meegerekend.
Eerdere berekeningen laten volgens hem zien dat van de 41 mol stikstof die vanuit de 250-meterzone wordt toegeschreven aan de landbouw, 24 mol al ín het Natura 2000-gebied ontstaat. Daardoor blijft er volgens de boeren maar een heel klein deel over dat daadwerkelijk van omliggende bedrijven komt.
‘Een bufferzone rond een bufferzone’
De boeren voelen zich in de knel. Veel erven liggen ver buiten de kwetsbare gebieden, maar zouden door de nieuwe zone toch zwaar worden geraakt.
Van der Wel vraagt zich hardop af waarom gezonde bedrijven op slot zouden moeten: “Waarom wil het provinciebestuur een bufferzone rond een bufferzone waarbij gezonde agrarische gezinsbedrijven op slot gezet gaan worden, ondanks dat ze veel verder dan 250 meter van de stikstofgevoelige natuur afliggen?”
Hij schetst een scenario waarin boeren binnen de zone nóg verder moeten reduceren dan collega’s daarbuiten. Een voorbeeld: als de sector 30 procent moet terugbrengen, zou dit in de zone kunnen oplopen tot 60 procent. De extra winst daarvan is volgens de berekeningen slechts 5 mol stikstof, goed voor 0,5 procent van de totale depositie. De vraag die de boeren neerleggen: hoe kan zo’n kleine winst een zware ingreep op tientallen bedrijven rechtvaardigen?
Ganzenpoep als vergeten factor
Volgens de melkveehouders wordt één grote bron structureel genegeerd: duizenden ganzen die dagelijks over de weilanden vliegen, grazen en poepen. Van der Wel zegt daarover: “De reductie die we met zijn allen hebben gedaan de afgelopen jaren is al drie keer meer geworden door de toename van ganzen.”
Hij ziet dat niemand dit meerekent: “Niemand komt met cijfers. Het gaat om zulke kleine hoeveelheden ammoniak. Dat de fouragerende ganzen die overdag onze weilanden bezoeken daar ook poepen, maar dit doen ze ook waar ze overnachten. Ze brengen de echte poep zo rechtstreeks het N2000-gebied in.”
In de praktijk betekent dit dat landbouwbedrijven forse reducties moeten halen, terwijl grote groepen ganzen zonder beperking stikstof in het natuurgebied achterlaten. De provincie Zuid-Holland erkent inmiddels dat het aantal ganzen “uit de hand is gelopen”, schrijft AD. Het bestuur wil de jacht effectiever maken, maar loopt tegen juridische grenzen aan. Er zijn voldoende jagers, maar regels en rechtszaken blokkeren meer ingrepen.
Jachtregels werken beperking in de hand
Partijen als BBB en JA21 pleiten voor meer ruimte voor jagers, onder meer met lokdieren en jacht in het eerste kwartaal. Maar rond de Nieuwkoopse Plassen gelden extra beperkingen. Het provinciebestuur laat aan AD weten dat er gekeken wordt naar versoepeling, maar een doorbraak is er nog niet. Ondertussen groeit de overlast in natuur- en landbouwgebieden. Ganzen vreten veel gras weg, bemesten weides en zetten via hun uitwerpselen grote hoeveelheden stikstof af in water en rietlanden.
Het gevolg: de situatie rond Nieuwkoop raakt verder uit balans, terwijl boeren zeggen dat ze opdraaien voor een probleem dat niet alleen door hen wordt veroorzaakt.
Boeren met Perspectief stelt voor om de 250-meterzone niet als strafmaatregel op te nemen in de omgevingsverordening, maar juist als investeringszone. Boeren zouden daar gestimuleerd kunnen worden om extra te reduceren met subsidies en beloningen, in plaats van met verplichtingen en dreigende onteigening.
Van der Wel sluit zijn betoog af met een kernvraag die inmiddels breder leeft in de regio: “Waarom moet een dergelijke zone opgenomen worden in een omgevingsverordening? Waarom maken we er geen investeringszone van die ondernemers stimuleert tot extra reductie?”




















































