Rechter vernietigt natuurvergunning Schiphol

De natuurvergunning van luchthaven Schiphol is vernietigd. Dat heeft de rechtbank in Den Haag beslist, na een rechtszaak die was aangespannen door milieuorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB). De rechtbank oordeelt dat de vergunning “niet zorgvuldig is voorbereid en onvoldoende is gemotiveerd”. De uitspraak zet een streep door het vergunningstraject dat in 2023 was opgestart om een einde te maken aan jarenlang illegaal stikstofbeleid.
De natuurvergunning werd vorig jaar door het ministerie van Natuur en Stikstof toegekend, onder leiding van toenmalig minister Christianne van der Wal. Daarvoor had Schiphol jarenlang geen vergunning, ondanks dat de luchthaven wel grote hoeveelheden stikstof uitstootte in de nabijgelegen Natura 2000-gebieden. Die situatie werd lange tijd gedoogd, stelt de NOS.
Milieuorganisatie MOB betoogde bij de rechtbank dat Schiphol ten onrechte toestemming had gekregen voor 500.000 vliegbewegingen per jaar, terwijl het volgens hen slechts rechten heeft voor 300.000 vluchten. Volgens MOB is de extra stikstofruimte door Schiphol kunstmatig verkregen via het opkopen van boerenbedrijven, een praktijk die bekendstaat als ‘extern salderen’.
De rechter is het met MOB eens. Er is onvoldoende duidelijk gemaakt of de opgekochte stikstofrechten niet toch nodig zijn voor natuurherstel. Bovendien had het ministerie beter moeten onderbouwen hoe Schiphol de stikstofneerslag zou verminderen. Ook de gevolgen van extra geluid voor dieren in beschermde natuurgebieden zijn onvoldoende onderzocht, aldus de rechtbank.
Hoewel de vergunning nu is vernietigd, heeft dat voorlopig geen directe gevolgen voor het aantal vluchten van en naar Schiphol. De luchthaven blijft voorlopig operationeel. Wel moet Schiphol nu een volledig nieuw vergunningstraject doorlopen, ditmaal met een betere onderbouwing. Ook moet het aantonen dat de stikstofuitstoot op termijn daadwerkelijk zal dalen. Schiphol was niet aanwezig bij de uitspraak, maar kan binnen zes weken in hoger beroep gaan bij de Raad van State.