Hoe activistische ngo's de asielindustrie subsidiëren

Ngo's noemen zichzelf ‘goed doel’, maar functioneren als machtige lobbyclubs: met miljoenen aan subsidie, weinig transparantie en nauwelijks achterban. In deze column ontleedt Eric Ypma het onzichtbare web van ngo’s dat zich rond ontwikkelingshulp en migratie heeft gesponnen. Vanuit comfortabele kantoren in de Randstad bepalen ze het debat, bestoken ze de overheid met rechtszaken en beïnvloeden ze beleid – allemaal op kosten van de belastingbetaler. Wie zijn deze organisaties, hoe komen ze aan hun geld, en waarom mogen ze doorgaan zonder democratisch mandaat?
Sinds het bewind van PvdA-minister Jan Pronk in de jaren zeventig zijn ontwikkelingshulp en de asielindustrie een grabbelton voor actiegroepen, lobbygroepen en andere zelfbenoemde wereldverbeteraars met het doel het beïnvloeden van het Binnenhof. Honderden miljoenen daarvan komen terecht bij deze actiegroepen die weinig of geen leden hebben, maar vooral van overheidsgeld leven. Met dat geld bestoken ze zowel overheid als samenleving met acties, lobby’s en rechtszaken.