Het nieuwe pensioenstelsel moet worden gestopt

Nederland heeft op dit moment een pensioenstelsel en oudedagsvoorziening die algemeen beschouwd worden als één van de beste ter wereld. Ouderen worden hier financieel relatief goed verzorgd. Eenieder heeft, onafhankelijk van inkomen, arbeidsverleden of vermogen vanaf zekere leeftijd recht op een periodieke uitkering uit hoofde van de Algemene Ouderdomswet AOW. Die leeftijd was lange tijd 65 jaar, maar wordt nu helaas uit kostenoverwegingen stapsgewijs verhoogd. Die AOW (zo’n 39 mld per jaar) wordt voor ⅔ opgebracht door werkenden die AOW-premies betalen en tegenwoordig voor ongeveer 1/3 uit Rijksbijdragen, belastinggeld. Er is dus geen AOW-pot.
Daarnaast bestaat er in Nederland het fenomeen van de aanvullende pensioenen. Bijna iedereen die in loondienst werkt in Nederland is verplicht lid van een pensioenfonds waarin maandelijks een deel van zijn of haar loon wordt gestort. Hier is dus wel sprake van pensioenpotten. Alles bij elkaar zit daar zo’n 1.600 miljard euro in. Meer dan de helft van alle pensioenpotten binnen de EU tezamen. Daarin is Nederland uniek. Het aanvullend pensioen dat wordt uitgekeerd bedraagt gemiddeld ongeveer 900 euro per maand, bijna een verdubbeling van het AOW-bedrag. Dit gemiddelde zegt overigens weinig, want de variatie is als gevolg van verschillen in arbeidsverleden en inkomensniveau natuurlijk enorm.
Er is jaren gewerkt aan een herziening van ons pensioenstelsel, aan wijziging van de systematiek van deze aanvullende pensioenen. Het moet, eenvoudig gezegd, soberder en het moet beter passen bij de maatschappelijke werkelijkheid van vandaag, waarbij het transparanter en individualistischer gaat dan vroeger.
De aanleiding voor deze hervorming is wel logisch. Mensen worden gemiddeld ouder en er vindt vergrijzing plaats. Het ongewijzigd op peil houden van pensioenen wordt dus duurder. Men werkt niet meer de hele carrière bij hetzelfde bedrijf. Solidariteit is minder vanzelfsprekend, alles is individueler geworden.
Forum voor Democratie heeft een afkeer van overheidsbetutteling
Een verplichte pensioenvoorziening wantrouwen we dus. Zeker wanneer de pensioenfondsen vervolgens worden bestuurd door vertegenwoordigers van vakbonden en werkgeversorganisaties, die nog nauwelijks geloofwaardige vertegenwoordigers zijn en veeleer gerekend moeten worden tot het politiek establishment.
Aan de andere kant. Soms kan het verstandig zijn om mensen bij de hand te nemen. Voor hun eigen bestwil. Heel soms. Een verplichte goede pensioenverzekering kan zo’n onderwerp zijn. Maar dan moet het wel goed en betrouwbaar zijn. Wanneer we vanuit die gedachte naar het huidige pensioenstelsel kijken zien we een aantal belangrijke tekortkomingen.
Allereerst de politieke besturing en regelgeving. Pensioenfondsen kunnen in essentie worden beschouwd als spaarpotten van de leden. Dat de sociale partners in het bestuur van deze spaarpotten een majeure rol spelen is een overblijfsel uit het verleden. Zij zijn in essentie politieke spelers geworden die dicht bij het politieke establishment staan. De invloed van de leden zou juist dominant moeten zijn. Het is hún geld.
De politisering in de besturing vertaalt zich ook in regelgeving en beleggingsstrategie
Door de enorme omvang zijn de pensioenfondsen grote spelers geworden op de geld- en kapitaalmarkten en beurzen. Het beleggingsbeleid wordt echter onder politieke besturing steeds meer in de richting gedwongen van politiek wenselijke onderwerpen. Sustainable Development Goals, overheidsobligaties en tegenwoordig ook de defensie-industrie.
Dit terwijl afwegingen van rendement en risico leidend zouden moeten zijn als het om de belangen van de leden gaat. Dit soort politiek correct beleggingsbeleid heeft allerlei afgeleide sneeuwbaleffecten waardoor de hele financiële markt wordt beïnvloed.
Hier speelt ook regelgeving vanuit Brussel en Frankfurt. Vanuit supranationale organen die aan ons voorschrijven hoe wij pensioenen moeten beheren. Het pensioensysteem is bovendien relatief duur. De beheers- en transactiekosten reflecteren niet de schaalvoordelen die je zou verwachten.
Het nieuwe pensioensysteem, de WTP (Wet Toekomst Pensioenen) gaat een aantal van de tekortkomingen uit het verleden oplossen. Er ontstaan individuele pensioenpotjes. Het geheel wordt flexibeler en beter toegesneden op individuele wensen en bewegingen. Het probleem van de rekenrente gaat grotendeels verdwijnen. Vooral doordat garanties wegvallen. Uitkeringsovereenkomsten, ‘defined benefits’, gaan tot het verleden behoren. Er zal slim moeten worden herverdeeld om de effecten van de verminderde solidariteit, de afschaffing van de doorsneepremie, te neutraliseren zonder al te veel pijn te veroorzaken.
Er zal meer met de markt worden meebewogen. De risicovolle beleggingscomponent zal toenemen. Om die reden wordt het nieuwe pensioenstelsel ook wel Casinopensioen genoemd. Door de individuele potjes die ontstaan lijkt het alsof je meer grip hebt, maar dat is maar schijn. Je blijft lijdzaam toeschouwer.
De fundamentele tekortkomingen blijven. Het geheel blijft politiek bestuurd. De invloed uit Brussel en Frankfurt zal verder toenemen. Dat geldt natuurlijk bovenal de euro. Bij een waardedaling van de euro (inflatie) vermindert de waarde van de pensioenreserves. Kortom, hoewel de nieuw voorgestelde pensioenopzet een aantal verbeteringen bevat heeft zij geen oplossing voor onze belangrijkste punten:
- geen politieke sturing maar sturing op rendement en risico
- geen versobering
- de euro blijft een kwetsbaar element in de hele voorziening
De overgang naar het nieuwe (WTP) pensioenstelsel noemt men de pensioentransitie.
Transitie is een modewoord geworden. Alle beleidsterreinen lijken dat te willen tegenwoordig. Een schromelijke overschatting van de management- en veranderkracht van de overheid. Zo ook hier. Het ingrijpend wijzigen van het pensioenstelsel terwijl de winkel openblijft is een gigantische en bijzonder kostbare operatie. Hoe de berekeningen uitpakken in een omgeving van hoge inflatie is niet bekend. Het ‘invaren’ van de bestaande pensioenaanspraken in de nieuwe systematiek is een ongewisse operatie.
Forum voor Democratie geeft de voorkeur aan het behouden van het oude stelsel en voorzieningen met een aantal aanvullingen en verbeteringen zoals een structurele verhoging van de rekenrente, meer invloed van de leden, beperking van de verhoging van de AOW-leeftijd. Het grootschalig ‘invaren’ van pensioenfondsen in het nieuwe stelsel zou moeten worden gestopt en waar mogelijk teruggedraaid. Een adequate oudedagsvoorziening vinden wij cruciaal. Daarmee moeten geen onverantwoorde risico’s worden genomen.



















































