Zaanstad kiest voor PVV: ‘De PvdA komt niet meer op voor de gewone mensen’

In de straten van het Rooie Dorp, ooit het kloppend hart van de arbeidersbeweging, wappert geen rode vlag meer. Waar vroeger havenarbeiders discussieerden over socialisme en solidariteit, klinkt nu vooral gemor over dure boodschappen, woningnood en immigratie. De PVV is de nieuwe volkspartij van Zaanstad geworden, blijkt uit een rondgang van De Telegraaf.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van vorige week kreeg de PVV 18,3 procent van de stemmen. GroenLinks-PvdA bleef steken op 15,2 procent. Daarmee is het voormalige bolwerk van de PvdA – ooit onaantastbaar aan de oevers van de Zaan – officieel gevallen.
‘Met Klaver gaat het nóg meer de kant op van de rijken’
Aan de keukentafel van Roos en Adrie van Oostenbrugge is het vertrouwen in de sociaaldemocraten verdwenen. Beiden stemden vroeger PvdA, soms zelfs CPN. Nu kiezen ze voor Geert Wilders. „De PvdA komt niet meer op voor de gewone mensen,” zegt Roos tegenover De Telegraaf. „Met Jesse Klaver gaat het nóg meer de kant op van de rijken.”
Verderop in de straat zucht Ab Zuidema. Hij moppert bij De Telegraaf over wat hij noemt „de elitaire PvdA”. „Eigenlijk is de PvdA weg. Ze hebben nu een GroenLinks-leider. Vind je het gek dat in buurtjes zoals deze veel mensen er niet meer op stemmen? Je kinderen kunnen geen huis vinden, aan immigratie is geen zak gedaan, je betaalt je scheel aan boodschappen en je zonnepanelen heb je ook voor Jan Lul aangeschaft.” En dan met een wrange glimlach: „We hebben in ieder geval nog een PvdA-burgemeester.”
De scepsis over Klaver leeft breder in Zaanstad. De fusie van GroenLinks en PvdA voelt voor veel oud-stemmers als een symbolisch einde van de arbeiderspartij.
Rode geschiedenis, blauwe toekomst
Het Rooie Dorp kreeg zijn naam niet voor niets. De wijk werd begin vorige eeuw gebouwd voor de ‘havenezen’, mannen die boomstammen uit schepen uit Scandinavië en de Sovjet-Unie sjouwden. Het waren harde werkers die zich massaal tot het socialisme bekeerden. In hun voetsporen groeiden generaties op met de PvdA als vanzelfsprekend geloof.
Anneke Portengen, dochter van een havenarbeider en oud-maatschappelijk werker, houdt die traditie nog in ere. „De linkse beweging heeft de arbeiders vooruit geholpen,” zegt ze tegenover De Telegraaf. „Dat was zonder het socialisme niet gebeurd.” Toch maakt ook zij zich zorgen. „Ik ben teleurgesteld dat veel mensen in deze wijk nu kiezen voor zo’n schreeuwerd als Wilders. Ik vind zijn toon niet fijn. Ik zie het graag menselijker.”
Over immigratie is ze wel kritisch. „Links zwijgt daar te lang over. Het blijft hangen in de beschuldiging van discriminatie, maar als er problemen zijn moet je die kunnen bespreken. Nu laten mensen zich ophitsen. Dat is helemaal niet nodig. Benoem wat er aan de hand is en zoek een oplossing.”
Van arbeiderspartij tot fusiepartij
Zaanstad kende ooit de eerste socialistische burgemeester van Nederland. In de jaren tachtig was de PvdA er oppermachtig: bij de raadsverkiezingen van 1986 haalde de partij achttien zetels. In 2010 zakte dat aantal naar acht, en sindsdien is de neergang niet meer gestopt. De lokale nieuwssite De Orkaan schreef het al: “Het is gedaan met de hegemonie.”
Toch blijft er nog wat invloed over. De PvdA heeft in Zaanstad nog vijf raadszetels en een wethouder. Maar de cijfers spreken duidelijke taal: de arbeidersstad stemt nu populistisch rechts.





















































