Duitse politie mag straks persoonsdata gebruiken om surveillancesoftware te trainen

De deelstaat Noordrijn-Westfalen staat op het punt een ingrijpende wetswijziging aan te nemen. De politie zou straks echte persoonsgegevens mogen invoeren in commerciële surveillancesystemen, zoals software van Palantir. Het gaat om gegevens als volledige namen, foto’s en zelfs informatie van slachtoffers of getuigen. De plannen zorgen voor stevige kritiek op het functioneren van de Duitse politie en de manier waarop privacy wordt behandeld, meldt de nieuwswebsite Netzpolitik.
De voorgestelde regels passen in een bredere trend. Meerdere Duitse deelstaten schuiven op richting ruimere bevoegdheden voor kunstmatige intelligentie en datagestuurde opsporing. Hamburg en Baden-Württemberg gingen NRW al voor. Nu dreigt ook de grootste deelstaat van Duitsland dezelfde lijn te volgen.
Echte burgers als testmateriaal
De aanleiding ligt in Beieren. Die deelstaat testte al eerder dezelfde software met echte persoonsgegevens. De privacytoezichthouder greep begin 2024 in, maar dat bleek geen rem op andere deelstaten. Hamburg wijzigde in januari 2025 zijn politiewet zodat “lerende IT-systemen” gevoed mogen worden met data van onschuldige burgers. Baden-Württemberg stemt deze week naar verwachting in met een vergelijkbare wijziging.
In Noordrijn-Westfalen ligt donderdag bijna dezelfde tekst op tafel. De politie zou voortaan “eenduidig identificeerbare informatie zoals volledige namen of gezichtsbeelden” mogen leveren voor het trainen van analysetools. Daarmee wordt ook de deur geopend naar verbeterde gedragsherkenning en gezichtsherkenning.
Zware kritiek van privacytoezichthouder
De functionaris voor gegevensbescherming van de staat, Bettina Gayk, laat in ongebruikelijk scherpe taal weten dat het voorstel grote problemen oplevert. Zij noemt het voorstel in haar officiële reactie: “De voorgestelde regeling roept aanzienlijke constitutionele bezwaren op.”
Volgens haar is het onevenredig dat gegevens van getuigen, slachtoffers of mensen die simpelweg aangifte doen gebruikt kunnen worden als oefenmateriaal. Dat geldt ook voor het verbeteren van commerciële systemen met staatsdata. Daarover schrijft ze: “Met behulp van door de staat verzamelde en opgeslagen gegevens producten van commerciële aanbieders verbeteren, acht ik problematisch.”
Volgens Gayk is de uitzondering op het anonimiseren zo ruim dat deze “in de praktijk uiteindelijk tot geen enkele beperking zal leiden.”
Een wetsaanpassing met een verborgen agenda
De trainingsbevoegdheid komt via een omweg in de wet. Het Bundesverfassungsgericht eiste eerder een aanpassing van het politiewetboek, omdat langdurige video-observatie in NRW niet aan de grondwet voldeed. De regering van CDU en Groenen verwerkt nu in datzelfde pakket een totaal andere toevoeging: toestemming om commerciële software te trainen met persoonsgegevens.
De wet verhoogt wel de drempel voor langdurige observatie, zoals het Hof verlangde. Maar tegelijk worden de regels verruimd voor datagebruik. De nieuwe tekst biedt de politie ruimte om identificeerbare gegevens te gebruiken wanneer anonimiseren “onmogelijk” of “onevenredig belastend” zou zijn. Wie bepaalt of iets te veel werk is? Dat laat de wet open — en dus komt die keuze in de praktijk bij de politie zelf te liggen.
Drie deelstaten, één richting
De voorstellen van Noordrijn-Westfalen, Baden-Württemberg en Hamburg lijken opvallend veel op elkaar. In alle drie mogen privégegevens worden gebruikt zonder anonimisering, behalve wanneer ze uit woonruimte-observatie komen. Alleen NRW wijkt af door geen expliciete toestemming op te nemen voor het delen van die gegevens met externe partijen.
Voor privacygroepen is duidelijk waar het heen gaat: een structurele verschuiving binnen de Duitse politie richting algoritmische surveillance, waarbij de gegevens van gewone burgers de grondstof vormen. Niet als verdachte, maar als trainingsmateriaal.

























































