'Boeren worden gedemoniseerd', waarschuwt topvrouw veesector

De Nederlandse vleessector staat op een kantelpunt. Terwijl boeren worden overladen met regels en activisten het debat domineren, dreigt volgens topvrouw Ruth Bouwstra iets veel gevaarlijkers: Nederland raakt zijn grip op zijn eigen voedselzekerheid kwijt. “Willen wij onze bevolking kunnen voorzien van betaalbare en veilige producten, dan moeten we de voedselproductie in onze eigen Europese markt behouden,” zegt ze bij Elsevier.
De veehouderij is niet alleen producent van vlees, melk en kalveren. Ze vormt ook een pijler onder de Europese voedselzekerheid. Toch loopt die pijler schade op. Klimaatbeleid, stikstofregels en strengere eisen voor stallen en dierenwelzijn maken het boeren in Nederland steeds zwaarder.
Bouwstra, topvrouw bij kalverconcern VanDrieGroup, wijst op de risico’s. “In Europa is de kans op oorlog nog nooit zo groot geweest,” zegt ze tegenover Elsevier. Volgens haar vergroot dat de urgentie om de productie van voedsel, zeker dierlijk voedsel, binnen de Europese markt te houden. Zuid-Europa verdroogt, de wereldhandel is instabiel en grondstoffen zijn duurder geworden.
Nederland lijkt haar economische troef echter weg te geven. “We gooien sectoren die belangrijk zijn voor onze welvaart te grabbel,” stelt Bouwstra. “Als je hier geen chipmachines meer maakt, doe je niet meer mee in de kenniseconomie.” Voor de veehouderij geldt volgens haar hetzelfde: het ecosysteem van kennis, productie en innovatie valt uiteen zodra de basis verdwijnt.
Tegenovergesteld effect
Volgens Bouwstra wordt de veesector al jaren neergezet als de bron van alle problemen. Stikstof, dierenwelzijn, transport, uitstoot: elke discussie eindigt bij de boer. “De samenleving is gaan geloven dat boeren slecht zijn,” zegt ze. “Een hele bevolkingsgroep is gedemoniseerd.”
Dierenactivisten en ngo’s domineren het debat. “De politiek volgt de ngo’s. Die bepalen het beleid,” zegt Bouwstra. Zij ziet hoe het parlement soms meer luistert naar actiegroepen dan naar wetenschappers of boeren zelf. Ondertussen wordt de Europese interne markt uit het oog verloren. Regels stapelen zich op bovenop Europese wetgeving, waardoor Nederlandse bedrijven uitsluitend in eigen land extra beperkingen krijgen.
Een voorbeeld is de discussie over de elektrische veeprikker. Bouwstra: “In het Kamerdebat erover leek het of boeren een elektrische stoel gebruiken.” Volgens haar illustreert dat hoe snel nuance verdwijnt in het publieke debat.
Kalver- en vleessector investeren zwaar
De kalversector produceert vier procent van de stikstofemissies binnen de veehouderij. Toch heeft de sector afgesproken de uitstoot van stikstof en methaan in 2035 te halveren. Nieuwe staltechnieken, andere voeding en betere huisvesting liggen klaar. Maar bedrijven kunnen pas investeren als er beleidsrust is.
Die rust is er niet. “De grote bedrijven investeren vaak niet meer in Nederland,” zegt Bouwstra. Onzekerheid over regels, vergunningsverlening en extra kosten maken investeringen riskant. De gevolgen raken de hele keten, van vleesverwerkers tot transportbedrijven.
Ook internationale handel komt in beeld. Nederland exporteert veel zuivel en kalfsvlees. Maar wie pleit voor het schrappen van export mist volgens Bouwstra dat voedselstromen tweerichtingsverkeer zijn: Nederland haalt Franse wijn en Spaanse sinaasappelen binnen. “Moet die export dan ook maar stoppen?”
Boeren krijgen dreigementen, maar blijven cruciaal voor het land
De druk op boeren en bedrijven gaat steeds verder. Maakbare ambities, wantrouwen en emotionele campagnes zorgen voor een verhard klimaat. De sector krijgt zelfs te maken met bedreigingen. Bedrijven proberen hun werk gewoon volgens de regels te doen, zegt ze, maar worden voortdurend ter discussie gesteld.
Ondertussen verschuift de publieke kennis over voedsel. Veel mensen weten niet meer hoe melk, vlees en kalveren met elkaar verweven zijn. “Nederland is niet alleen een zuivelland, maar ook een kalverland,” zegt Bouwstra. Iedere melkkoe krijgt kalveren. Zonder kalverhouderij valt een groot deel van de zuivelketen weg.


















































