Wat er in Moerdijk gebeurt, laat me niet los

Er zijn besluiten die je leest en meteen voelt: dit klopt gewoon niet. Het plan om het historische Moerdijk, een dorp dat mogelijk al sinds 967 bestaat, te slopen om er een zogeheten “powerport” van te maken, een term voor een industriële uitbreiding met zware energie-infrastructuur, is er zo één. Niet omdat het concept op zichzelf bijzonder is, maar omdat de consequentie volstrekt disproportioneel is. Een compleet dorp moet verdwijnen door landelijk beleid dat al jaren wankelt, en toch stemde de gemeenteraad ermee in.
De energietransitie zoals de overheid deze uitvoert is geen succesverhaal. Rond de 80% van onze energie is nog altijd fossiel (en dan tel ik biomassa net zoals de rijksoverheid nog vriendelijk mee als “renewable”). We zitten vast door keuzes die al jaren slecht zijn: nul nieuwe kerncentrales, nauwelijks lokale closed-loop energiesystemen, onvoldoende opslagcapaciteit, een elektriciteitsnet dat overbelast raakt, en als klap op de vuurpijl hebben we alle ontwikkeling in dit land een halt toegeroepen door stikstofbeleid en ooit veel te enthousiast aangewezen Natura-2000-gebieden. Het zijn allemaal fouten die op nationaal niveau zijn gemaakt, en nu komt een deel van de rekening neer op één specifieke regio, waar het opofferen van een heel dorp als onderdeel van de “oplossing” wordt gepresenteerd.
En dat is het moment waarop ik afhaak. Dat een landelijke overheid zo’n fout doorduwt, verrast me niet meer. Soms maakt het treurig hoe cynisch ik ben geworden ondanks mijn leeftijd. Maar dat een gemeenteraad zegt: “ja, dat zullen we dan maar doen,” dat vind ik dun. Ideologisch dun. Bestuurlijk dun. Menselijk dun. Het voelt mak: alsof je alleen nog maar kijkt naar wat Den Haag wil, en niet meer naar wat jouw eigen inwoners nodig hebben.
Want laten we eerlijk zijn: er waren alternatieven. Natuurlijk waren die er. Zelfs als je uitgaat van dit specifieke plan in plaats van verstandiger landelijk beleid; woonruimte voor arbeidsmigranten kan op talloze andere plekken. Zonnepanelen kunnen op daken en braakliggende grond in de omgeving. En het is ronduit absurd om een dorp op te heffen terwijl je tegelijkertijd nieuw Natura-2000-gebied naast een industriegebied intekent. Dat is niet groen denken; dat is ruimte inpassen op een manier die vooral grote bedrijven goed uitkomt, en hopen dat niemand vraagt wat het met de mensen doet en of het überhaupt wel logisch is.
Het is alsof de raadsleden doen alsof landelijk beleid een natuurkracht is: iets wat je overkomt, waar je niks tegen kunt doen, waar je hooguit beleefd bij kunt knikken. Terwijl juist lokaal bestuur het laatste bolwerk zou moeten zijn tegen dit soort simplistische redenaties. Juist een raadslid moet kunnen zeggen: “nee, dit klopt niet, dit doen wij niet zolang er andere mogelijkheden bestaan.” En desnoods probeer je op te komen voor je inwoners totdat er geen strijd meer te voeren valt.
In Moerdijk zie je iets dat me ook in mijn eigen gemeente telkens weer verbaast: hoe makkelijk de overheid wegkomt met besluiten die moreel of maatschappelijk eigenlijk niet te verdedigen zijn. Zeker in dit extreme geval. Een dorp opheffen zou ondenkbaar moeten zijn, maar in de praktijk gebeurt het straks misschien wel als inwoners niet zelf in actie komen. En dan niet via inspraak of via de politiek, maar via de rechtspraak, het enige deel van het systeem dat gelukkig nog wél tegenkracht kan bieden. Hoe hoopgevend dat ook klinkt, dit soort procedures kunnen jaren duren. Soms tien jaar, soms langer. De langstlopende onteigeningszaak in Nederland duurde veertig jaar. In die tijd brokkelt alles af: sociaal, omdat een gemeenschap in voortdurende onzekerheid leeft; en fysiek, omdat niemand nog investeert in een huis dat misschien wordt gesloopt en zelfs de bestuurlijke aandacht die nog steeds nodig blijft zal eronder lijden.
De stress en druk moeten immens zijn. De angst dat alles wat je kent wegvalt. Je familiegeschiedenis, je straat, je ritme, zelfs het kerkhof waar je je geliefden herdenkt - alles kan plaatsmaken voor ontmenselijkende industrie. Het blijft absurd dat mensen eerst door hun eigen overheid in het nauw worden gebracht, en daarna via diezelfde overheid naar de rechter moeten om hun woonplaats te behouden. Maar hoe wrang ook, het is één sprankje hoop: de strijd is nog niet gestreden, en er is reële kans dat het verzet juridisch standhoudt.
Ik blijf erbij: een dorp hef je niet op zolang er reële alternatieven bestaan.
Dat is geen linkse of rechtse overtuiging.
Dat is gewoon een minimale vorm van ruggengraat.

















































