Rechts Europa ruikt bloed na nieuw Brussels corruptieschandaal

In Brussel kwamen afgelopen toonaangevende rechtse en conservatieve politici samen voor de conferentie Battle for the Soul of Europe. Waar de bijeenkomst vorig jaar nog achter dichtgetrokken rolluiken plaatsvond na protesten en politieke druk, staan de deuren nu open. De arrestatie van voormalig EU-commissaris Federica Mogherini en oud-topdiplomaat Stefano Sannino in een fraudeonderzoek geeft de aanwezigen nieuw munitie tegen wat zij zien als een corrupte Brusselse elite.
De conferentie wordt georganiseerd door de denktank MCC Brussels, meldt Politico. Politieke adviseurs uit Boedapest, Europarlementariërs, commentatoren en activisten uit meerdere landen bespreken er migratie, klimaatbeleid, economie en corruptie binnen de EU-instellingen. Volgens de organisatoren is dit het moment om onvrede onder Europese kiezers te bundelen.
De Hongaarse premier zelf staat al jaren op gespannen voet met Brussel. Hij beschuldigt de “EU-elites” ervan dat zij losgezongen zijn van de burger en zijn land financieel onder druk zetten wegens zorgen over rechtsstaat en democratie. Zijn politieke directeur Balázs Orbán stelt dat de recente fraudezaak rond Mogherini en Sannino past in het beeld van een technocratische bovenlaag die procedures misbruikt en met twee maten meet. In zijn ogen zien ook waarnemers buiten Europa een Unie die worstelt met integriteit.
Op de conferentie is de toon hard richting de Europese Commissie en vooral richting voorzitter Ursula von der Leyen. De Poolse politicus Ryszard Legutko, medevoorzitter van de fractie Europese Conservatieven en Hervormers, gebruikt beeldende taal om de Commissie verantwoordelijk te houden voor de schade aan het imago van de EU. De boodschap uit deze hoek is dat de huidige leiding zelf onderdeel is van het probleem en niet langer geloofwaardig kan optreden als hoeder van de openbare middelen. Onder de sprekers heerst het gevoel dat de remmingen om kritiek te uiten verdwijnen. Organisator John O’Brien schetst hoe thema’s als massa-immigratie, “milieuextremisme” en economisch wanbeheer volgens hem lang als onbespreekbaar golden, maar juist nu brede steun vinden in de samenleving. De recente fraudezaak wordt daarbij gebruikt als bewijs dat het vertrouwen in de EU-instellingen ernstig is beschadigd en dat een conservatieve koerswijziging noodzakelijk is.
Ook activistische groepen zien hun kans schoon. De Franse activiste Alice Cordier, voorzitter van het Nemesis Collective, wijst op een optelsom van verontwaardiging. Volgens haar waren burgers al boos over de gevolgen van migratiebeleid. Nu daar vermoedens van corruptie bovenop komen, groeit het gevoel dat de Brusselse instellingen niet alleen onvoldoende grip hebben op de buitengrenzen, maar ook op de besteding van belastinggeld. Critici bestempelen haar organisatie als extreemrechts en islamofoob, maar Cordier presenteert de beweging als een feministische groep die misstanden wil aankaarten. Toch is er ook scepsis over de daadwerkelijke electorale impact van het schandaal. Balázs Orbán betwijfelt dat de zaak rond Mogherini en Sannino op korte termijn beslissend zal zijn bij nationale verkiezingen, ook niet in Hongarije. Voor hem bevestigt het dossier vooral een bekend patroon. De kritiek van rechts-conservatieve partijen richt zich daarom minder op het incident zelf en meer op wat zij zien als een structureel probleem van gesloten netwerken, gevestigde belangen en gebrek aan democratische controle.





















































