In 2020 besloot de Raad voor Cultuur om geen subsidies meer te verstrekken aan het debatcentrum Pakhuis de Zwijger, omdat het debatcentrum zich "te veel op Amsterdam" zou richten. Maar hier wilde het Pakhuis zelf niets van weten en stapten aar de rechter. Eind vorig jaar haalde het Pakhuis toch gelijk: de uitgebreide subsidieregeling moest toch worden voortgezet.
Na het oordeel van de rechter ging Cultuur-staatssecretaris Gunay Uslu (D66) in gesprek met Pakhuis de Zwijger over hoe de subsidie moest worden verstrekt. Nu is er besloten om het landelijk en meerjarig aan te pakken, met een toelating tot de landelijke Culturele Basisinfrastructuur, meldt NRC. Hiermee zal het Pakhuis de Zwijger jaarlijks 250.000 euro belastinggeld opstrijken. Dit komt bovenop de jaarlijkse 450.000 euro subsidie die het Pakhuis krijgt van de gemeente Amsterdam.
Pakhuis-directeur Maurits Groen is erg blij met de verstrekte subsidie, laat hij weten aan NRC. Hij zegt zich niet te herkennen in het beeld dat zijn debatcentrum zich te veel zou richten op Amsterdam.
Opiniemaker Jan Roos toont zich kritisch op de subsidieverstrekking. 'Wat is het toch fijn om elitair links te zijn,' schrijft hij. De Telegraaf-columniste Marianne Zwagerman spreekt op haar beurt van 'netwerkcorruptie'.
Klimaatvandalisme en angstcultuur
Recent is Pakhuis de Zwijger al tweemaal negatief in het nieuws gekomen. Vorige maand kwam Pakhuis de Zwijger nog in opspraak omdat het een filosofeeravond wilde faciliteren over het gebruik van geweld voor klimaatactivisme. 'Is vreedzaam protest wel genoeg, of zou het gebruik van geweld, dan wel tegen objecten, dan wel tegen personen, heroverwegen moeten worden?' stond er in de programmabeschrijving van organisator Progressief Café.
Vervolgens luidde de tekst: 'Zijn wij bereid om drie tot vijftien jaar in de gevangenis te belanden als gevolg van klimaatactivisme?' Na de aankondiging werd het evenement al snel geannuleerd. Pakhuis de Zwijger bood zijn excuses ervoor aan.
Begin deze maand stapte de directeur van Pakhuis de Zwijger, Egbert Fransen, nog op vanwege een publicatie in Het Parool over een "angstcultuur" binnen het debatcentrum.