Immigratiedienst slaat alarm: systeem dreigt vast te lopen

Bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) staat het water aan de lippen: de enorme toestroom aan asielzoekers kan niet in goede banen worden geleid. In een alarmerend rapport schrijft de dienst dat zij het werk niet meer kwalitatief goed kan uitvoeren door de continue hoge werkdruk.
De alarmistische boodschap wordt verkondigd in het nieuwe rapport 'De stand van de uitvoering'. In het rapport valt te lezen dat het asielsysteem alle kanten piept en kraakt. Volgens de IND moet de overheid inzetten op een fundamenteel ander systeem.
'Het aantal aanvragen is de laatste jaren hoog, stijgt en is onvoorspelbaar. De grens van wat de IND aankan komt in zicht', zo valt te lezen.
Ook schrijft de dienst dat zij hopen op een beter beleid vanuit de politiek omtrent het terugkeerbeleid: 'Meer aandacht voor de uitvoerbaarheid van het terugkeerbeleid helpt naar verwachting deze problematiek te verminderen. Aanvullend kan het – met oog voor het belang van laagdrempelige toegang tot het rechtssysteem – helpen om een (financiële) prikkel in te bouwen om kansloze opvolgende procedures te ontmoedigen. Tegelijkertijd zal altijd sprake zijn van een categorie zaken waar (mede) door de eigen opstelling van de vreemdeling sprake is van een uitzichtloze situatie. De paradox is dat nieuw beleid om uitzichtloze situaties verblijfsrechtelijk op te lossen, juist kan zorgen voor het ontstaan van meer van dat soort situaties.'
Daarnaast levert de IND ook kritiek op Brussel: diverse EU-afspraken blijken namelijk helemaal niet solide te werken.
'Het Dublinsysteem staat in toenemende mate onder druk en betere naleving door de samenwerkende landen is nodig. In de Dublinverordening staat beschreven hoe kan worden bepaald welk land verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming (asiel). Meestal is dat het land waar de vreemdeling het Schengengebied als eerste is binnengekomen. In 2022 zijn 860 personen aantoonbaar overgedragen aan in totaal 23 EU-lidstaten op grond van een Dublinclaim. Daarentegen is het in 2022 in 880 zaken niet gelukt een overdracht te realiseren voor de uiterste datum, met opname in de Nederlandse asielprocedure en bijkomende extra belasting voor de IND en het COA tot gevolg. Hiervoor zien we verschillende oorzaken, zoals aanvullende voorwaarden die landen stellen of algehele opschorting van overdrachten naar sommige landen. Ook zien we dat personen zich onttrekken aan het toezicht om zo een tijdige overdracht te voorkomen.'