D66-kabinetslid weigert aangenomen motie tegen linkse subsidies uit te voeren
Staatssecretaris Fleur Gräper-van Koolwijk (D66) weigert een aangenomen BBB-motie voor het afschaffen van linkse subsidies uit te voeren. Volgens haar is de motie juridisch niet mogelijk, en zaagt het aan de 'beginselen van behoorlijk bestuur en het belang van een gelijk speelveld'. Dit leidt tot verontwaardiging bij BBB.
In januari nam de Tweede Kamer een motie aan die oproept om de diversiteitseis bij cultuursubsidies af te schaffen. De motie, die was ingediend door BBB, SGP en de ChristenUnie, stelt dat cultuursubsidies beter moeten worden verspreid over het hele land en dat eisen omtrent diversiteit juist worden geschrapt. De motie kon rekenen op steun van een grote meerderheid in de Tweede Kamer.
Maar nu blijkt dat de motie niet zal worden uitgevoerd in zijn huidige vorm. Dit laat de staatssecretaris voor Media en Cultuur, Fleur Gräper-van Koolwijk (D66), weten in een Kamerbrief. Volgens haar is de motie 'juridisch niet mogelijk', omdat instellingen tot en met 31 januari 2024 de tijd hebben gehad om de aanvraag in te dienen voor de bis-periode 2025-2028.
Dat de motie een week voor deze deadline werd aangenomen, laat Gräper buiten beschouwing. Zij benadrukt dat het nu, bij publicatie van de Kamerbrief, al te laat is om nog maatregelen te treffen. 'Het nu aanpassen van de regeling is daarom juridisch niet mogelijk, ook met het oog op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en het belang van een gelijk speelveld', schrijft ze aan de Tweede Kamer.
'Geen sprake van dwingende sturing'
Maar dat is niet het enige. Gräper ontkent namelijk dat er 'inhoudelijk sprake van dwingende sturing op diversiteit en inclusie' zou zijn bij de criteria van cultuursubsidies.
Zij schrijft: 'Voor de periode 2025-2028 is aan instellingen gevraagd de Code Diversiteit en Inclusie te onderschrijven en te reflecteren hoe zij kunnen bijdragen aan de brede
definitie van diversiteit en inclusie. Instellingen zijn volledig vrij in de manier
waarop ze de code invullen. Dit doen zij aan de hand van hun eigen artistieke
profiel, de plek waar zij werken, hun geschiedenis en het publiek dat zij willen
bedienen. Er is dus geen harde norm voor het naleven van de code en er worden
ook geen afrekenbare en kwantificeerbare doelen gesteld.'
Desondanks zijn er wel degelijk criteria waaraan subsidieaanvragen moeten voldoen. Voor de periode van 2025-2028 is 'diversiteit en inclusiviteit' opgenomen als één van de vier criteria voor culturele instellingen. Als een instelling in aanmerking wil komen voor subsidies, moet het meer inclusie gaan brengen bij de vier p's: programma, publiek, personeel en partners. De Raad voor Cultuur zet echter vraagtekens bij de haalbaarheid van de toetsing hiervan.
'Goh, flauwekul?'
De Kamerbrief valt in slechte aarde bij BBB-Kamerlid Claudia van Zanten, die de motie indiende. 'Goh, "flauwekul"? Geen dwingende sturing op diversiteit en inclusie bij de verdeling van cultuursubsidies?' reageert ze via X.
Van Zanten verwijst naar de uitspraken van de Amsterdamse cultuurwethouder Touria Meliani (Groenlinks) vorig jaar, die expliciet harde diversiteitseisen bleef stellen bij cultuursubsidie. "Als ik het niet voorschrijf, gebeurt het niet", zei Meliani destijds, aldus Het Parool.
Maar GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld is blij met de Kamerbrief van Gräper. Op X reageert zij: 'Weten jullie het nog? Blije gezichten omdat BBB een “dikke streep” had gezet door de ‘diversiteitseis cultuur’. De kabinetsbrief heeft wat woorden nodig. Maar in duidelijke taal staat hier gewoon dat deze motie flauwekul is. (BBB wist dit.)'
Geconfronteerd met de uitspraken van Meliani, wijst Westerveld erop dat niet een Kamerlid, maar een raadslid in Amsterdam de desbetreffende motie had moeten indienen. 'Zij gaan over lokale subsidies, dit was de Rijksbegroting', aldus Westerveld.