Koeienbelasting Denemarken een feit: klimaatbeleid of economische ramp?
Denemarken schrijft geschiedenis door als eerste land ter wereld een belasting op de uitstoot van broeikasgassen door vee in te voeren. De maatregel, bedoeld om de landbouwsector te verduurzamen, gaat in 2030 van start. Volgens de Deense klimaatminister Lars Aagaard is de belasting een belangrijk instrument in de strijd tegen klimaatverandering.
Koeien stoten methaangas uit. Dit gas is een broeikasgas: het houdt meer dan tachtig keer zoveel warmte vast als CO2 in een periode van twintig jaar. Het aanpakken van deze emissies wordt gezien door de beleidsmakers als een cruciale stap in het verminderen van de opwarming van de aarde.
De belasting is onderdeel van een bredere overeenkomst tussen de Deense regering, landbouworganisaties, vakbonden en een deel van de oppositie. Naast de belasting op methaangas zijn er afspraken gemaakt over stikstofreductie, verbeterde waterkwaliteit en herbebossing.
Niet iedereen is enthousiast over de maatregel. De rechtse Deense Volkspartij vreest dat de belasting de landbouwsector en economie zwaar zal treffen. Volgens hen draagt Denemarken met zijn relatief kleine CO2-uitstoot slechts marginaal bij aan de wereldwijde klimaatdoelen, waardoor de economische schade volgens hen niet opweegt tegen de milieuwinst.
Ook binnen de landbouwsector zijn er zorgen. Boeren vrezen dat de belasting hun bedrijfsvoering duurder maakt, wat kan leiden tot hogere voedselprijzen. Voorstanders wijzen daarentegen op de urgentie van het aanpakken van klimaatverandering en zien de belasting als een onvermijdelijke stap in de verduurzaming van de voedselproductie.