Produceren onze boeren 'voedsel van wereldklasse'? Landbouwexpert geeft antwoord
In Nederland is het gemakkelijk om voedsel als vanzelfsprekend te beschouwen. Schappen in supermarkten liggen altijd vol, de kwaliteit is hoog, en de prijzen zijn relatief laag. Maar hoe komt het dat ons voedsel zo goed is, en wat kunnen we doen om dat te blijven waarderen? Landbouwexpert Joris Lohman geeft in zijn boek Boter, kaas en havermelk een inkijk in de kracht én de uitdagingen van de Nederlandse landbouwsector.
Nederland is een klein land, maar groot in landbouw. Wereldwijd staan Nederlandse boeren bekend om hun efficiëntie en innovatiekracht. Het gebruik van kunstmest en technologische vooruitgang hebben ervoor gezorgd dat we per hectare meer voedsel produceren dan vrijwel elk ander land. “Dat heeft niet alleen te maken met goede grond, maar vooral met kennis en technologie,” zegt Lohman in een interview met NRC.
De intensieve landbouwmethoden die Nederland kenmerkt, worden vaak bekritiseerd, maar volgens Lohman vergeten mensen hoe uitzonderlijk goed ons voedsel is. Bij NRC vertelt hij: “We hebben toegang tot de meest voedzame en veilige producten. Kijk eens naar andere delen van de wereld, en je zult zien dat onze standaarden uniek zijn.”
Lohman benadrukt dat Nederlandse consumenten vaak beter eten dan ze zelf beseffen. “Er wordt gedaan alsof goed eten exclusief en duur is, maar de meeste Nederlanders kopen gewoon bij de supermarkt, en dat is prima. Onze voedselkwaliteit is van wereldklasse,” stelt hij bij NRC.
Het debat tussen intensieve en extensieve landbouw verdeelt Nederland. Intensieve landbouw focust op maximale opbrengsten per hectare, terwijl extensieve landbouw meer gericht is op natuurvriendelijke methoden. Volgens Lohman is het geen kwestie van kiezen. Daarom besluit hij bij NRC: “We hebben beide nodig: intensieve landbouw waar het kan, en extensieve landbouw waar de omgeving dat toelaat. Het is niet of-of, maar en-en.”