'Duik maar onder, hou je stil': Rob Oudkerk waarschuwt voor antisemitisme
Tijdens een toespraak in Amsterdam waarschuwt voormalig PvdA-Kamerlid Rob Oudkerk voor de groeiende dreiging van antisemitisme en de verschuiving van herdenkingsrituelen naar de marge. Zijn boodschap, uitgesproken op de Stopera in plaats van op de Dam, was helder: “We staan hier op de verkeerde plek.”
Bij het stadhuis van Amsterdam kwamen donderdagavond honderden demonstranten bijeen om te protesteren tegen antisemitisme. Veel betogers droegen Israëlische vlaggen, terwijl de politie groots was uitgerukt met agenten te paard en de mobiele eenheid. De demonstratie, georganiseerd door onder meer Christenen voor Israël, het CIDI en het Centraal Joods Overleg, kreeg deelnemers uit plaatsen als Staphorst en Urk, waarvoor speciale bussen waren ingezet. Onder politiebegeleiding werden de betogers naar het stadhuis gebracht en na afloop veilig de stad uitgeleid.
Aanvankelijk was de demonstratie op de Dam gepland, maar burgemeester Halsema verbood dat vanwege de verwachte drukte door koopavond voor Black Friday en Sinterklaas. Tegendemonstranten waren bij de betoging niet welkom; pro-Palestijnse groepen kregen geen toestemming van de Amsterdamse autoriteiten om naar de Stopera te komen.
'Ooit weer'?
Eén van de sprekers bij de demonstratie was voormalig PvdA-Kamerlid Rob Oudkerk. Hij begint zijn zijn betoog met een blik op de traditie van de Nationale Dodenherdenking op 4 mei. “Elk jaar herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog op de Dam,” zegt hij. De Dam is volgens Oudkerk het toneel waar Nederland met rituelen en stilte het kwaad bezweert. Maar deze keer, benadrukt hij, was die plek niet beschikbaar. “We zijn hier samengekomen, niet op de Dam, maar bij de Stopera. In de coulissen van de Dam.”
Met die woorden schetst hij een verontrustend beeld van hoe “nooit meer” langzaam plaatsmaakt voor “ooit weer.” De Dam, als historisch symbool van herdenking, lijkt voor sommige groepen steeds minder toegankelijk. Oudkerk stel: “Nu even niet. Nooit meer is ooit weer geworden.”
Rob Oudkerk bekritiseert Femke Halsema tijdens demonstratie tegen jodenhaat:
— JOODS.NL🎗️ (@joods) November 28, 2024
“Ooit weer is de burgemeester van Amsterdam die zegt: Ga maar niet naar de Dam, daar is het nu te gevaarlijk voor jullie. Je mag in de coulissen komen te staan, bij de Stopera, daar is het veilig.” pic.twitter.com/cMsPxgG6pQ
De sluipende normalisering van antisemitisme
Oudkerk verbindt zijn observaties met concrete voorbeelden van antisemitisme, die hij met zorg en detail beschrijft. “Draag maar geen kippeltje als je de stad ingaat, want je kunt bespuugd, uitgescholden of in elkaar geslagen worden,” zegt hij. Hij wijst ook op de noodzaak om Joodse scholen te beveiligen: “Beveilig de scholen, iedere dag, ieder jaar, waar Joodse kinderen naar school gaan.”
Deze voorbeelden plaatst hij in het bredere historische kader van de Holocaust. “De stapjes toen, in 1939 en 1940, staan afgebeeld en beschreven op de muren van het Holocaust Museum hier verderop,” zegt Oudkerk, verwijzend naar hoe discriminatie en vervolging destijds sluipend begonnen. Zijn waarschuwing: ook nu gebeurt het stap voor stap.
Kritiek op leiderschap en media
Oudkerk spaart de huidige maatschappelijke en politieke structuren niet. Hij bekritiseert hoe sommige media omgaan met antisemitisme: “Ooit weer zijn de media die hun woorden zo zorgvuldig kiezen dat daders slachtoffers worden.” Ook wijst hij naar politieke leiders, met name de burgemeester van Amsterdam, die volgens hem onvoldoende krachtig optreedt. “De burgemeester zegt: ga maar niet naar de Dam. Daar is het nu te gevaarlijk voor. Hier mag je in de coulissen komen staan.”
Deze uitspraken benadrukken volgens Oudkerk hoe diep antisemitisme is doorgedrongen in het publieke en politieke domein. “De gewone Nederlander denkt: laat ik maar zwijgen. Het is politiek niet correct om een jodenjacht een jodenjacht te noemen.”
Oudkerk besluit zijn toespraak: “Ooit weer mag nooit de norm worden. Het is aan ons allen om te blijven strijden voor een samenleving waarin iedereen veilig en gelijkwaardig is.”