Europese autofabrikanten eisen duidelijkheid in CO2-regels
De Europese auto-industrie bevindt zich op een kritiek kruispunt. Via hun brancheorganisatie ACEA (European Automobile Manufacturers’ Association) hebben autofabrikanten de Europese Commissie opgeroepen om nog vóór het einde van 2024 duidelijkheid te bieden over de nieuwe CO2-regels die in 2025 van kracht worden. Zonder deze duidelijkheid dreigen banenverlies, investeringsproblemen en stagnatie in de groene transitie, meldt After Sales Magazine.
De autofabrikanten steunen de EU-doelstelling om in 2050 klimaatneutraal te zijn, maar de nieuwe CO2-grenswaarden zorgen voor grote uitdagingen. Vanaf 2025 dragen autofabrikanten de volledige verantwoordelijkheid als de doelstellingen niet worden gehaald. Dit betekent onder andere het risico op torenhoge boetes, verlies aan productiecapaciteit en het noodgedwongen verkopen van elektrische voertuigen tegen verlies.
“Zonder een duidelijke politieke verklaring van de Europese Commissie tegen het einde van 2024 loopt de auto-industrie het risico tot 16 miljard euro aan investeringscapaciteit te verliezen.”
Stagnatie in de verkoop van elektrische auto’s
Hoewel de Europese auto-industrie miljarden heeft geïnvesteerd in de overgang naar emissievrije mobiliteit, verloopt de transitie niet zoals gehoopt. De verkoop van elektrische voertuigen stagneert, met een marktaandeel van slechts 13 procent. Dit ligt tien procentpunten onder het niveau dat nodig is om aan de doelen te voldoen.
De Meo benadrukt dat regelgeving en een breed aanbod van auto’s alleen niet voldoende zijn om de overgang te versnellen. Er is ook een sterkere vraag vanuit de markt nodig. “Een tijdige en ondubbelzinnige steunverklaring is cruciaal om concurrentievermogen en werkgelegenheid in de hele waardeketen veilig te stellen,” aldus De Meo.
Investeringen op het spel
De ACEA-leden hebben gezamenlijk meer dan 250 miljard euro toegezegd voor de transitie naar groene mobiliteit. Echter, volgens De Meo kan het gebrek aan flexibiliteit in regelgeving leiden tot onomkeerbare schade. “Boetes zouden de uitzondering moeten zijn, niet de norm. Het vermijden van boetes moet gebaseerd zijn op een gezonde economie, niet op juridische starheid,” stelt hij.
De fabrikanten vragen om tijdelijke verlichting van nalevingsdruk, zoals geleidelijke invoering van regels en meerjarige gemiddelde naleving. Dit laatste maakt het mogelijk om fluctuaties in de verkoop van elektrische voertuigen te compenseren. Deze oplossingen zijn al gebruikelijk in andere sectoren en rechtsgebieden, zoals bij zware voertuigen in de EU.
Externe factoren bemoeilijken transitie
Naast interne uitdagingen zoals productiekosten en technologische innovatie, spelen externe factoren een grote rol: wereldwijde handelsspanningen, een trage groei van laadinfrastructuur en de afnemende subsidies. De ACEA benadrukt dat autofabrikanten geen controle hebben over deze factoren, maar er wel de gevolgen van ondervinden.
De oproep van de ACEA wordt gesteund door regeringen van belangrijke EU-lidstaten, waaronder Duitsland, Frankrijk en Italië. Deze landen dringen aan op een Strategische Dialoog over de toekomst van de auto-industrie. Wachten tot de herziening van de CO2-regelgeving in 2026 is volgens De Meo geen optie: “Fabrikanten hebben nú duidelijkheid nodig om hun strategieën voor 2025 af te ronden.”